Dat bleek maandag tijdens een langdurig overleg tussen Brinkhorst en de Kamer over zijn wetsvoorstel.De bewindsman denkt dat concurrentie op de energiemarkt alleen mogelijk is als de energiebedrijven worden gesplitst in een commercieel deel dat stroom en gas levert, en een publiek deel dat het netwerk in handen houdt. Dat publieke netwerk moet dan concurrerende leveranciers toegang bieden tot leidingen en kabels. Die concurrentie moet leiden tot lagere energieprijzen.

CDA’er Hessels pleitte er maandag voor de bedrijven niet verplicht te splitsen. Hij voorziet in dat geval grote risico’s. ChristenUnie-Kamerlid Slob en SGP’er Van der Vlies zijn eveneens tegen gedwongen splitsing.

Minister Brinkhorst deelt hun zorgen niet. Hij wil de bedrijven eerst splitsen en ze vervolgens privatiseren.

Hessels vroeg Brinkhorst maandag naar de kosten die de splitsing met zich mee zal brengen. Net als Slob vreest hij dat die hoge kosten zullen worden doorberekend aan de consument.

De minister betoogde dat de consument niet op kosten wordt gejaagd door de splitsing. De toezichthouder op de energiemarkt, de DTe, zal dat niet toestaan, beloofde hij.

De energiebedrijven hebben genoeg vermogen om de kosten voor hun rekening te nemen, stelde Brinkhorst. Hij zegde de Kamer een onafhankelijk onderzoek toe dat zijn stelling moet bewijzen. Daarmee is een van de bezwaren van het CDA tegen het wetsvoorstel weggenomen.

De energiebedrijven verzetten zich fel tegen de splitsing. Zij vrezen dat ze een makkelijke prooi worden voor buitenlandse energiegiganten die hen willen overnemen.

De Consumentenbond, kleine ondernemers en glastuinders steunen de splitsingswet, omdat zij denken te profiteren van de concurrentie op de energiemarkt.