Van Hoof constateert dat het werkgevers nog vaak ontbreekt aan kennis en middelen om een leeftijdsbewust personeelsbeleid te voeren. Ook blijkt het volgens hem in de praktijk vaak lastig om als oudere werknemers over te stappen naar een andere sector, terwijl ze daardoor misschien wel gezonder en prettiger tot hun pensioenleeftijd in een andere functie aan de slag kunnen.De bewindsman prees daarom de twaalf pilots, waarin geprobeerd wordt verbindingen te leggen tussen bedrijfstakken van metaal, zorg, ict, onderwijs, overheid tot recreatie. „Het gaat om werknemers – vaak al wat ouder – die mentaal of fysiek in hun werk dreigen vast te lopen", aldus de bewindsman. De projecten zijn volgens hem vooral interessant voor branches waar de kans op arbeidsongeschiktheid hoog is en waar veel ouderen werken.

Daarbij wees Van Hoof op de pilot ’Kom van het dak af’ van de Stichting bedrijfstakregelingen Dakbedekkingbranche om veertig medewerkers te helpen aan ander werk. „We weten dat dakdekken een fysiek zwaar beroep is, met relatief veel verzuim. Een beroep dat je niet je hele werkzame leven kunt uitoefenen".

De staatssecretaris sprak tegen „dat het zou gaan om het uitwisselen van kneuzen". Volgens hem moet het gezien worden „als kans voor de instroom van gekwalificeerd en ervaren personeel".

Volgens Van Hoof krijgen sommige sectoren al in 2007 te maken met de problemen van de vergrijzende beroepsbevolking. De komende jaren zal steeds meer vakbekwaam personeel met pensioen gaan, waarvoor werkgevers niet direct geschikte vervanging kunnen vinden.

Het is een van de speerpunten van het huidige kabinet om te stimuleren dat mensen zoveel mogelijk tot de pensioengerechtigde leeftijd van 65 doorwerken. Maar uiteindelijk moet dat volgens de staatssecretaris wel in de bedrijven en organisaties zelf gebeuren.