Politie in actie tegen huiselijk geweld
ALPHEN AAN DEN RIJN - „Aanhouden? Mij? Waarvoor?” De stem van de forsgebouwde verdachte slaat over. „U wordt aangehouden voor huiselijk geweld”, reageert agent Gerrit van Rijn uit Katwijk rustig. Samen met twintig collega’s uit het korps Hollands Midden volgde hij dinsdag de nieuwe training huiselijk geweld in Alphen aan den Rijn.
Het lijkt allemaal net echt. In de loods van het Integrale Beroepsvaardigheids Trainingscentrum (IBT) in Alphen aan den Rijn is een woning nagebouwd. Een zithoek, een tafel met een fles whisky erop en een eethoek vormen een heuse huiskamer. Gezellig is het er echter niet. Een man scheldt zijn vrouw uit omdat zij er niet voor kan zorgen dat de huilende baby stil wordt. Het verbale geweld gaat over in een pak slaag. Een bord valt kapot, de lamp gaan aan diggelen.Buren bellen de politie. Gerrit van Rijn en Huibert den Butter uit Katwijk zijn aan de beurt om op te treden. Eerst praten ze met de buren, maar het lawaai uit het aangrenzende huis doet hen besluiten snel in te grijpen. Ze bellen aan. De man doet met een verhit gezicht open. „Jullie zijn zeker gebeld door die stomme buren? Hier is niets aan de hand, hoor!” Terwijl de man zich omdraait om wat tegen zijn vrouw te roepen, stappen de beide agenten naar binnen. Ze grijpen in en voeren uiteindelijk de dader af.
„Vroeger ging dat anders”, zegt J. van Hoorn, districtschef Rijn- en Veenstreek en portefeuillehouder geweld in het korps Hollands Midden. „Als er een melding kwam van huiselijk geweld gingen we er wel heen, maar we konden weinig anders doen dan de ruziemakers uit elkaar halen. We vroegen het slachtoffer om aangifte te doen, maar in negen van de tien gevallen was het antwoord nee. Wat wil je als de dader een paar meter verderop nog stoom staat af te blazen? Meestal moesten we onverrichterzake vertrekken.”
Sinds 2000 hanteert de politie landelijk een andere aanpak bij huiselijk geweld. De dader wordt altijd aangehouden en meegenomen naar het bureau. Het slachtoffer kan dan in alle rust zijn verhaal doen en doet meestal wel aangifte. Daardoor kan de dader worden vervolgd. In de meeste gevallen stopt het huiselijk geweld na optreden van de politie.
Jonge agenten die net als Gerrit en Huibert nog maar een paar jaar op straat werken, hebben tijdens de opleiding al met praktijkcases over huiselijk geweld gewerkt. Nieuw is dat de training nu ook wordt gegeven tijdens de driemaandelijkse terugkomdagen van alle agenten. Korps Hollands Midden is daar samen met Limburg in januari mee begonnen.
Gerrit en Huibert vinden de training nuttig. Huibert: „Je krijgt veel tips van collega’s die toekijken. Daar word je weer scherper van. Maar in de praktijk gaat het er toch altijd weer net iets anders aan toe dan hier.” In hun woonplaats krijgen de Katwijkers „enkele keren per jaar” te maken met huiselijk geweld.
Veilige plek
Van Hoorn heeft goede redenen voor de herhalingscursus. „Geweld in huis komt veel vaker voor dan geweld op straat. Wij krijgen echter slechts het topje van de ijsberg te horen, 15 procent van de gevallen. Dat betekent dat 85 procent achter gesloten deuren plaatsvindt. En dat in een tijd waarin thuis juist een veilige plek moet zijn te midden van de boze buitenwereld.”
In 2005 zijn er alleen al in het korps Hollands Midden zo’n 2047 meldingen van huiselijk geweld gedaan. In de helft van de gevallen volgde ook een aangifte. De landelijke cijfers van 2005 zijn nog niet bekend. In 2004 waren er in ieder geval 56.000 incidenten die te maken hadden met huiselijk geweld. Toen werd er slechts in één op de drie gevallen aangifte gedaan.
Er is dus sprake van een lichte verbetering. Volgens Van Hoorn is de politie steeds actiever bezig gevallen van huiselijk geweld op te sporen. „Daarbij is de medewerking van bijvoorbeeld hulpverleningsinstanties onmisbaar. Helaas trekken zij nog te weinig aan de bel, omdat ze een geheimhoudingsplicht menen te hebben. Ze vergeten dat het om strafbare feiten gaat.”
Hulp
Na het ingrijpen van de politie wordt aan alle groepen professionele hulp aangeboden. Van Hoorn: „De dader wordt niet alleen vervolgd, hij krijgt ook psychische begeleiding. Hij moet van zijn agressie af zien te komen.” Het slachtoffer en de eventuele kinderen worden ook intensief begeleid. „Het is bekend dat een ouderlijke ruzie een enorme impact heeft op de kinderen, zelfs als ze liggen te slapen. Als ze zelf het slachtoffer zijn, presteren ze minder op school, isoleren ze zich van andere kinderen of gaan zelf over tot geweld. In hun verdere leven blijken ze vervolgens vaak moeite te hebben met relaties en de opvoeding van hun eigen kinderen.”