Remkes verwijt agenten „ongelooflijke stommiteit”
DEN HAAG (ANP) - De agenten die onbeheerd spullen hebben laten liggen in de politieauto’s waarin is ingebroken, hebben een „ongelooflijke stommiteit” begaan.
Als blijkt dat er sprake is van zware nalatigheid, dan moeten de betrokken korpschefs maatregelen tegen de agenten nemen.Dat zei minister Remkes (Binnenlandse Zaken) woensdag in een toelichting op de recente diefstallen uit politieauto’s. Hij bracht de informatie over de nieuwe incidenten naar buiten, omdat het aantal fouten hem te gortig werd. „Dit kan zo niet langer”, is zijn boodschap aan de korpsbeheerders en -chefs, die verantwoordelijk zijn voor de beveiliging van informatie en het beheer van wapens en daar „meer werk van moeten maken.”
De bestaande regels daarover zijn volgens de bewindsman afdoende. Het probleem is echter dat niet iedereen zich eraan houdt. Agenten moeten volgens Remkes veel zorgvuldiger met gegevens en spullen omgaan. „Dat moet veel beter tussen de oren zitten”, zei hij. De minister gaf aan dat dat ook geldt voor alle andere organisaties die zich met veiligheid bezighouden, zoals de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en het openbaar ministerie.
Bij de politie moet het volgens hem „in de genen” zitten dat het absoluut onacceptabel is om wapens en gevoelige informatie te verliezen. Agenten hebben bovendien een voorbeeldfunctie. Remkes noemde het ernstig dat de gestolen spullen onbeheerd in een auto waren achtergelaten.