Helemaal alleen in het Saharazand
AAGTEKERKE - Samuel Jobse (21) fietste in krap een halfjaar van Aagtekerke naar Bamako, de hoofdstad van Mali. Een avontuur van 13.525 kilometer met veel zweet en zand. Hij verdiende tegelijk ruim 6000 euro voor aidsbestrijding in Afrika.
Op het bed in de kamer van Samuel ligt een juist opengemaakte doos met daarin een splinternieuw wiel. Tijdens zijn lange fietsreis braken er zo’n twintig spaken en een naaf, legt hij uit. Dus het was tijd voor een degelijk en supersterk wiel. Een bewijs dat dit niet zijn laatste reis zal zijn. Want de avonturier zou het liefst fulltime fietsen, zegt hij.Samuel, die in het dagelijks leven hovenier is, begon een paar jaar terug te fietsen door Nederland en later door Europa. „Sinds mijn vorige reis, naar onder andere Slovenië en Bosnië, had ik het idee om meer van zulke fietstochten te gaan ondernemen. Het eerste plan was om naar Spanje en Marokko te fietsen, maar het liep wat uit”, grinnikt hij. Via Frankrijk, Zwitserland, Italië en Spanje fietste hij door onder andere Marokko, Mauritanië, Senegal en Guinee naar eindstation Bamako, de hoofdstad van Mali.
Terloops bedacht hij een goed doel voor de fietstocht. Het sponsorgeld gaat naar de aidsbestrijding van Woord en Daad. „Aids is een enorm probleem in Afrika. Ik dacht dat aids in onze gezindte op deze manier misschien ook wat beter bespreekbaar zou worden.”
Van de Spaanse costa’s naar de Marokkaanse dorpjes waar mannen rondlopen in djellaba’s en gebedsoproepen van de minaretten schalden, betekende een kleine cultuurschok voor de inwoner van Aagtekerke. „Je fietst vanaf Marokko echt de islamitische, oosterse wereld in.”
Wat hem vooral opviel was dat de Marokkanen ontzettend gastvrij zijn. „Ik werd zo’n drie of vier keer per dag uitgenodigd om thee te komen drinken of de maaltijd te gebruiken. Later veranderde dat wel, omdat de ramadan werd gehouden en er overdag niemand meer iets at. Ik wilde geen aanstoot geven door midden op straat uitgebreid te gaan eten. Wij verwachten van buitenlanders dat ze zich hier aanpassen, dan is het wel zo netjes dat wij dat in het buitenland ook doen.”
De Europese Alpen waren prachtig, maar het Atlasgebergte heeft ook zijn charmes, ontdekte Samuel. Kale bergtoppen met af en toe een verdwaalde kameel, om de 50 kilometer een klein dorpje en natuurlijk veel zand. En dat werd niet minder naarmate de Saharawoestijn naderde. „Je leest wel eens in boeken dat de Sahara 9 miljoen vierkante kilometer groot is. Bij zo’n getal kun je je geen voorstelling maken. Langzaam maar zeker ben je helemaal alleen, in het zand”, mijmert hij na.
Aan het einde van de dag zette hij de tent op. „Ik zorgde altijd dat ik ongeveer anderhalf uur zon overhield”, vertelt de fietser. In de woestijn hoefde hij niet lang naar een plekje te zoeken. „Er waren twee mogelijkheden: rechts of links van de weg”, grapt hij.
Aanpassingsproblemen lijkt de Zeeuw nauwelijks te kennen. Zo bestond zijn ’brandstof’ in Frankrijk uit stokbrood en bananen, maar dat veranderde per land. „Je eet gewoon wat het land te bieden heeft. In Marokko at ik bijvoorbeeld een soort pannenkoeken die in honing waren gedoopt.”
De fietstocht van Samuel had een droevig einde. Op 13 december 2005 overleed zijn 13-jarig zusje als gevolg van een verkeersongeval met haar fiets. Het bericht bereikte hem pas na haar begrafenis, een dag voor Kerst in Bamako. „Het enige wat ik toen nog wilde, was naar huis.” Pas vier dagen later kon hij terugvliegen.
Het ongeval liet hem zien hoe relatief het begrip veiligheid is. „Als je naar Afrika gaat, denken sommigen dat je spot met je leven. Er bestaat een beeld van honger, oorlog en gevaren. Maar dat heb ik zelf niet zo ervaren. Hoe verder weg, hoe gevaarlijker, wordt vaak gedacht.
Maar nu is gebleken dat de weg tussen Aagtekerke en Meliskerke veel gevaarlijker kan zijn dan de weg van Aagtekerke naar Bamako. Zes maanden kun je fietsen over gevaarlijke drukke wegen, langs diepe ravijnen, over smalle wiebelige bruggetjes en snelstromende rivieren zonder ook maar één verwonding op te lopen. Maandenlang kun je leven van het onhygiënische voedsel en putwater zonder ook maar één keer ziek te zijn.
Dit komt niet omdat ik zo sterk ben of omdat ik zo veel geluk heb. Nee, het is Gods bewarende hand die mij 13.525 kilometer lang gespaard heeft. De onmisbare hulp van boven heb je altijd nodig. Op de fiets naar je werk, in de auto, thuis en op de fiets naar Afrika.”
Samuel Jobse houdt op 11 februari in het dorpshuis van Aagtekerke een dialezing over zijn reis en maakt dan ook de definitieve opbrengst van de sponsoractie bekend.