Moslims voelen zich minder thuis
ROTTERDAM - Ongeveer een derde van de Rotterdammers (31 procent) voelt zich minder thuis in zijn stad dan vijf jaar geleden. Onder hen bevinden zich veel moslims van Turkse en Marokkaanse komaf.
Dat blijkt uit de resultaten van de stadspeilingen die zijn vrijdag zijn bekendgemaakt tijdens de slotmanifestatie van de integratiecampagne ”Rotterdam Mee!” in de Van Nellefabriek.Meer dan 1600 inwoners van Rotterdam vulden de enquête over onder meer integratie in. Vooral Rotterdammers van Turkse/Marokkaanse (42 procent) en Kaapverdische (47 procent) komaf gaven aan zich minder thuis te voelen dan in 2001.
Vier op de vijf Rotterdammers, zowel allochtonen als autochtonen, vinden dat er een kloof bestaat tussen verschillend bevolkingsgroepen. Bijna de helft denkt dat in 2015 bevolkingsgroepen nog steeds totaal langs elkaar heen leven, terwijl 45 procent denkt dat het integratieprobleem dan niet meer bestaat. „Er moet dus nog veel gebeuren”, denkt Geluk. „Ik ben er zelf positief over, maar veel mensen maken zich blijkbaar wel zorgen.”
Negentig procent van de ondervraagden is van mening dat alle inwoners van de stad Nederlands moeten kunnen spreken. Die stelling staat ook in de Rotterdam Code, een verzameling gedragsregels voor burgers die vorige maand werd gepresenteerd. Wethouder Geluk, een van de samenstellers van de code, noemt dat resultaat bemoedigend. „Het laat zien dat er draagvlak is voor ons beleid.”
Van alle ondervraagden vindt 83 procent (74 procent van de Turken en Marokkanen) dat jongens de meisjes gelijke kansen verdienen, aldus het onderzoek. Van alle ondervraagden vind 70 procent dat respect moet worden opgebracht voor homo’s. Turkse en Marokkaanse Rotterdammers zijn daarover verdeeld: de ene helft vindt van wel, de andere helft niet.
De resultaten van de enquête worden aangeboden aan het volgende college van burgemeester en wethouders. „We wilden ze niet snel omzetten in beleid en er dan onze opvolgers mee opzadelen. Ik hoop wel dat zij hun plannen op de resultaten baseren”, aldus Geluk.
Tijdens de integratiecampagne, die tot 31 januari duurde, werden verder 150 bijeenkomsten georganiseerd. Daaraan deden meer dan 4000 mensen mee. Initiatiefnemers die activiteiten organiseerden waarbij integratie centraal stond, kregen hiervoor subsidie.