Vliegverkeer beïnvloedt atmosfeer
Het vliegverkeer op grote hoogte heeft wel degelijk gevolgen voor de samenstelling van de atmosfeer.
Dat blijkt uit een studie van ir. E. Meijer, die vanuit een speciaal vliegtuig metingen verrichtte boven de Atlantische Oceaan. Hij vergeleek de resultaten daarvan met eerdere theoretische berekeningen.
De uitkomsten bevestigen eerdere schattingen van het Intergovernmental Panel for Climate Change dat de concentratie stikstofoxide op de belangrijke vliegroutes met 20 tot 70 procent is toegenomen. De ozonconcentratie is daardoor op het noordelijk halfrond met 2 tot 10 procent gestegen. Ozon werkt op grote hoogte als een sterk broeikasgas.
Meijer promoveert woensdag aan de Technische Universiteit Eindhoven op de resultaten van zijn studie. Hij verrichtte het onderzoek bij het KNMI in het kader van een Europees project, dat wordt uitgevoerd in samenwerking met de Amerikaanse lucht- en ruimtevaartorganisatie NASA.
Al langer bestaat het vermoeden dat de uitstoot uit vliegtuigmotoren op een hoogte van 8 tot 12 kilometer een forse verhoging van stikstofoxiden tot gevolg heeft. Metingen die dit bevestigen, waren er tot voor kort echter niet. De stikstofverbindingen ontstaan door de ontleding van lucht in de hete vliegtuigmotoren.