Door de maatregel kunnen in de wijken Carnisse, Hillesluis, Tarwewijk en Oud-Charlois alleen mensen een woning huren die een inkomen hebben uit werk of die langer dan zes jaar in Rotterdam of de Stadsregio wonen. Ook vutters, AOW’ers en mensen met een nabestaandenpensioen of studiefinanciering vallen onder die groep.De gemeente Rotterdam wil met de maatregel de instroom van kansarmen van buiten de stadsregio in deze probleemwijken beperken. Door deze wijken tijdelijk te ontzien kunnen bewoners, ondernemers en (deel)gemeente zich richten op het verbeteren van het sociale en economische klimaat van deze wijken.

Voordat minister Dekker gevraagd wordt de gebieden officieel aan te wijzen, wordt het voorstel eerst besproken in de raadscommissie fysieke infrastructuur en de gemeenteraad. Dat traject neemt maximaal dertien weken in beslag.

De maatregel maakt deel uit van een pakket maatregelen waarbij Rotterdam de problemen in bepaalde wijken wil aanpakken. Eerder al werden de wijken waarvoor nu een huisvestingsvergunning wordt aangevraagd aangewezen als economische kansenzone. Er zijn in die wijken interventieteams actief en huisjesmelkers worden aangepakt.

Het afgelopen jaar is al geëxperimenteerd met de huisvestingsvergunning. Daarvoor gold echter de eis dat een woningzoekende een inkomen van minimaal 120 procent van het minimumloon moest hebben. Dat wordt nu veranderd in de eis inkomen uit werk. Uit de evaluatie van het experiment bleek dat de maatregel een gunstig effect heeft op de leefbaarheid van de betreffende wijk.

Het huidige voorstel heeft betrekking op 20.000 huurwoningen, dat uitgebreid kan worden tot maximaal 35.000. De regulering van de instroom in probleemwijken is ontwikkeld door oud-wethouder Pastors van Leefbaar Rotterdam.