„Alleen geweld door Jason W. tegen agenten bewijsbaar”
AMSTERDAM (ANP) - De enige feiten die tegen Jason W. bewezen zouden kunnen worden, zijn het gooien van een handgranaat naar politiemensen en het bezit van die granaat.
Voor het overige moet hij worden vrijgesproken, betoogden zijn advocaten R. Maanicus en J.W. Ausma maandag in hun pleidooi voor de rechtbank.Vorige week eiste het openbaar ministerie twintig jaar gevangenisstraf tegen de 20-jarige W. Volgens de officieren van justitie K. Plooy en A. van Dam was W. een van de kernleden van de Hofstadgroep, het vermeende terreurnetwerk. Zij beschuldigen W. van meervoudige poging tot moord (door het gooien van de granaat naar de agenten), verboden wapenbezit, het bedreigen en belemmeren in hun werkzaamheden van de parlementariërs Hirsi Ali en Wilders en lidmaatschap van een terroristische organisatie.
Een arrestatieteam van de politie wilde Jason W. en zijn kompaan Ismail A. op 10 november 2004 arresteren in een woning in de Haagse Antheunisstraat. Toen de agenten de voordeur hadden ingeramd, gooide W. de handgranaat. Deze kwam tot ontploffing en verwondde vijf leden van het arrestatieteam.
Daarop volgde een belegering van ongeveer een dag, die resulteerde in de arrestatie van de twee mannen. W. werd daarbij in de schouder geschoten.
Volgens W.’s raadslieden kan onmogelijk bewezen worden dat hij terroristische bedoelingen heeft gehad. De granaat gooide hij in een opwelling. Als hij de intentie had gehad de politiemensen te vermoorden, had hij wel meer dan één granaat gegooid – W. had er immers vier in zijn bezit.
Van een terroristisch oogmerk bij het geweld was volgens de advocaten al helemaal geen sprake. Zij verwezen daarbij naar de uitspraak van de rechtbank in Amsterdam tegen Mohammed B., inzake de moord op Theo van Gogh en de daaropvolgende schietpartij. De rechtbank kwalificeerde de moord als een terroristische daad, maar het schieten op politiemensen niet.