Het slachtoffer was het enige kind van de vrouw, die als een liefhebbende moeder bekend stond. Volgens Van L. doodde zij haar zoon uit angst dat zij zou overlijden, en hij alleen zou achterblijven. Zij liep al langere tijd met zelfmoordplannen rond, en vreesde daarnaast dat zij aan kanker leed.

De politie trof in de woning een mok aan met daarin tachtig pijnstillers. Volgens Van L. had zij die klaargezet om zelf in te nemen. Bovendien bleken in de huiskamer de begrafenispolissen van zowel Van L. als van haar zoon klaar te liggen.

De avond voor Van L. haar zoon ombracht, had zij ook al geprobeerd hem te doden, door hem zo’n zestig pillen van het anti-allergiemiddel Claritine toe te dienen. Daarvan was hij de volgende dag echter slechts onwel geworden. Daarom ging hij die avond vroeg naar bed.

Volgens de moeder was zij daarop bij hem in bed gaan liggen en had hem een kussen op zijn gezicht gedrukt. Toen hij was overleden, belde zij zelf de huisarts. Die schakelde de politie in.

Volgens onderzoekers van het Utrechtse Pieter Baan Centrum is Van L. verminderd toerekeningsvatbaar. Hoewel zij zei spijt te hebben van de wijze waarop zij haar zoon had omgebracht, zei ze ook geen berouw te hebben over zijn dood.

„Ik wil zo snel mogelijk naar hem toe”, verklaarde de vrouw donderdag. Omdat niet uitgesloten kan worden dat Van L. een gevaar voor anderen vormt, vond de officier van justitie dat de vrouw TBS opgelegd moet krijgen.

De rechtbank doet uitspraak op 10 juli.