„We willen allemaal sappige verhalen”
UTRECHT - „Wie zijn dan uw bronnen? U heeft mij nog nooit benaderd.” Fel kijkt de oude man opiniepeiler Maurice de Hond aan. Die wacht geduldig tot de vragensteller klaar is met zijn betoog. „Voor een representatieve peiling onder de Nederlandse bevolking bent u eens per 300 jaar aan de beurt.”
Onder leiding van tv-verslaggever Ton van der Ham -betrokken bij de recente reportage over de SGP- debatteerden De Hond en EO-coryfee Andries Knevel donderdagavond in de Utrechtse Jacobikerk over de macht van de media.De twee schuwen het doen van pittige uitspraken bepaald niet voor het gehoor van vooral veel studenten. De Hond: „De kritiek van Andries op de media is generatiebepaald en is elitair geklets.” En: „Politici staan met de rug naar de samenleving.” Knevel: „Het is een godswonder dat Balkenende de laatste verkiezingen heeft gewonnen.”
Waar de opiniepeiler deze avond keer op keer zijn gal spuwt over het politieke systeem in Nederland, steekt Knevel af en toe de hand in eigen mediaboezem. „Als ik niet afhankelijk was van kijkcijfers, zou ik andere programma’s maken. Dan zou ik niet iemand als presentatrice Angela Groothuis interviewen, maar de sociaal filosoof Ad Verbruggen. Maar die trekt helaas geen kijkers.” De Hond: „Dan moet je nu met je programma’s stoppen en huiskamerbijeenkomsten gaan beleggen.”
Knevel is ronduit somber over de programma’s op televisie. „Er is een soort dramajournalistiek ontstaan. Het gaat niet meer om de inhoud, maar om de poppetjes. Journalisten zijn vooral benieuwd naar conflicten tussen bijvoorbeeld ministers onderling. En ik moet het eerlijk bekennen, zelf doe ik er ook vaak aan mee. We willen allemaal sappige verhalen.”
De Hond kijkt zijn gesprekspartner hoofdschuddend aan. „Ik moet denken aan de discussie over politieke vernieuwing. Mensen willen geen gekozen burgermeester, omdat ze bang zijn dat een zanger als Frans Bauer dan kans maakt. Eigenlijk zeg je dan: Natuurlijk stem ik die kerel niet, maar de andere Nederlanders wel. Iedereen denkt dat hij beter is dan de rest. Dat irriteert me. Nederlanders zijn over het algemeen gemiddeld tot goed opgeleid en hebben veel bronnen tot hun beschikking om zich te laten informeren.”
Op zichzelf beschouwd oordeelt de opiniepeiler niet eens zo negatief over de Nederlandse media. „De kwaliteit is gemiddeld best aardig. Mijn bezwaar is dat journalisten zich te veel aanpassen aan de politieke agenda. Ze zijn ook helemaal in het politieke systeem ingekapseld. Ze weten bijvoorbeeld allemaal dat er een hoge politicus rondloopt met een drankprobleem. Ik lees dat in geen enkele krant. Waarom niet?” Knevel: „Maar noem jij dan concreet om wie het gaat.” De Hond: „Ik zie het niet als mijn taak om die naam bekend te maken.”
Journalisten moeten ook kritischer zijn, vervolgt de opiniemaker. „Neem dat gedoe rond de uitspraken van minister Pechtold. Wat gebeurt er? Journalisten kijken meteen naar Balkenende en roepen dat hij de regie kwijt is. Maar ik wil weten of Pechtold nu gelijk heeft of niet. Als politiek Den Haag echt zo vunzig is, dan moet hij opstappen, wil hij geloofwaardig blijven.”
Hebben media macht? De Hond verwijst naar Pim Fortuyn. „Die man bleef zichzelf. Daarom werd hij populair. Niet dankzij de media. Ik geloof dan ook dat de Nederlandse burgers te overtuigen zijn. Het is klinkklare onzin dat de regeringspartijen zetels moeten inleveren omdat ze mensen slecht nieuws moeten brengen. Of je kunt je boodschap niet goed overbrengen, of je doel is niet goed.”
Maar hoe zit het dan met de macht van opiniepeilingen, zo vraagt Knevel zich af. „Ik geniet van je peilingen, Maurice. Echt, ik lust er wel pap van. Maar soms denk ik: Beïnvloeden de peilingen tegelijkertijd toch niet het denken van mensen?” „Onzin”, reageert De Hond. „Als dat zo is, dan zou de populariteit van Balkenende nu op 0 procent staan. Ik vergelijk het met die fascinerende discussie om een paar weken voor de verkiezingen geen opiniepeilingen meer te publiceren. Politici mogen in die periode wel alles doen, journalisten zijn ook druk in de weer en dan kom ik met wat de Nederlanders ervan vinden en dan roepen mensen opeens: Ho, dat beïnvloedt de kiezers.”
Het wordt eventjes heel stil in de zaal als ver na tien uur een wat oudere man de laatste vraag van de avond mag stellen. Hoe het staat met de persoonlijke integriteit van de twee sprekers. Knevel: „Laatst interviewde ik Henk Kamp van de VVD over de missie naar Afghanistan. Ik heb toen bewust niet gevraagd: En wat stemt u straks in de Kamer als úw zoon naar Uruzgan moet?” De Hond: „Die vraag had ik zeker wel gesteld.”