Dat stelt minister Remkes van Binnenlandse Zaken in antwoord op vragen van de VVD-Kamerleden Luchtenveld en Hirsi Ali. Zij vinden dat de landsadvocaat in het hoger beroep bij het gerechtshof geen formele bezwaren moet aanvoeren. Dat vergroot volgens de Kamerleden de kans dat het hof niet toekomt aan een principieel en inhoudelijk oordeel in de SGP-zaak.In zijn antwoord voert Remkes aan dat in deze procedure verschillende principiële vragen aan de orde zijn en niet alleen de vrouwenkwestie. De bewindsman wijst op de botsing van grondrechten als de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van vereniging en vergadering tegenover het gelijkheidsbeginsel en het recht op gelijke behandeling. Ook is de verhouding tussen de overheid en de politieke partijen in het geding.

Verder speelt de vraag wat de betekenis is van het VN-Vrouwenverdrag. Het kabinet vindt het van belang dat in hoogste instantie een uitspraak wordt gedaan met betrekking tot alle principiële rechtsvragen die aan de orde zijn, aldus Remkes.