„De code is gebaseerd op de vrijheden uit onze Grondwet”, zei wethouder L. Geluk donderdag bij de presentatie. De islamdebatten die het gemeentebestuur vorig jaar hield, speelden een grote rol in de totstandkoming van de gedragscode. Daaraan deden duizenden allochtone en autochtone Rotterdammers mee.De zeven regels luiden als volgt:

Rotterdammers nemen verantwoordelijkheid voor de stad en voor elkaar en discrimineren niet.

Gebruiken Nederlands als gemeenschappelijke taal.

Accepteren geen radicalisering en extremisme.

Voeden hun kinderen op tot volwaardige burgers.

Behandelen vrouwen gelijk aan mannen en met respect.

Behandelen homoseksuelen gelijk aan heteroseksuelen en met respect.

Behandelen (anders)gelovigen en niet-gelovigen gelijk en met respect.

Volgens Geluk zijn de zeven regels geen wettelijke verplichtingen. „De normen zijn leidend voor de gemeente, maar ook voor organisaties en bij onze subsidietoewijzing aan die organisaties.” De CDA’er merkt op dat het de hoogste tijd is om het onderscheid tussen moslims en niet-moslims te laten varen. „We spreken alle Rotterdammers aan.”

De komende week gaat Geluk met een collega op pad om de regels uit te leggen.

Om de Rotterdamse burgerschapscode in praktijk te brengen, is een brochure gemaakt met een nadere uitleg van de regels. Er staat onder andere in dat het gemeentebestuur verwacht dat Rotterdammers in het openbaar Nederlands spreken, dat jongens en meisjes een gelijkwaardige opvoeding krijgen en dat iedereen vrije partnerkeuze heeft. Wie radicalisering of extremisme signaleert, waarschuwt de politie.