In hun eerste levensjaar hoesten en piepen zij meer. Ook lijkt erfelijkheid in het spel: moeders met mindere longen krijgen ook kinderen die hier last van hebben.Dat blijkt uit onderzoek waarmee kinderarts N. Katier vrijdag promoveert aan de Universiteit Utrecht. Ze gebruikte daarvoor een nieuwe techniek waarmee het mogelijk is de longfunctie van pasgeboren kinderen te meten. Tot voor kort kon dit niet.

Voor haar onderzoek onderzocht Katier de longen van 450 baby’s in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn. Het is de eerste keer dat de techniek op deze schaal wordt ingezet.

Van de moeders die de longfunctie van hun kinderen lieten meten, gaf bijna de helft (46 procent) aan dat zij tijdens hun zwangerschap een koutje hadden opgelopen. Hun kinderen hebben minder elastische longen dan kinderen van moeders die de zwangerschap niet snotterend zijn doorgekomen.

Wat het directe verband is tussen de ’stijvere’ longen en de luchtwegklachten, wijst het onderzoek niet uit. Hoesten, piepen en een grotere benauwdheid hangen wel samen met kleinere luchtwegen, maar daar hebben de baby’s van verkouden moeders juist geen last van.

Het onderzoek van Katier maakt deel uit van een langlopend project in Leidsche Rijn. Tweeduizend kinderen laten tot hun volwassenheid hun longen onderzoeken. Op dit moment doen al 800 à 900 kinderen mee. De bedoeling is om het risico op luchtwegklachten vroegtijdig te kunnen vaststellen.

Katier toonde aan dat de nieuwe techniek geschikt is voor dit onderzoek. De longen van pasgeboren kinderen kunnen op het consultatiebureau in hun slaap worden onderzocht. Tot nu toe kon dit alleen onder narcose.