Advocaat kwaad over beschuldiging
AMSTERDAM - De Amsterdamse strafpleiter N. Meijering is woedend over de beschuldiging dat hij de Hells Angels heeft ingelicht over ophanden zijnde invallen in hun clubhuizen. „Hierover is het laatste woord nog niet gezegd”, aldus de advocaat.
In een brief verzoekt Meijering het openbaar ministerie de beschuldiging tegen te spreken. „Voor mij is dit schadelijk. Ik werp iedere suggestie in die richting verre van mij.”Gisteren werd bekend dat de rijksrecherche maandag de 49-jarige rechercheur van de nationale recherche J. K. heeft aangehouden. Hij wordt verdacht van schending van zijn ambtsgeheim, ofwel het lekken van gevoelige informatie aan derden, onder andere aan advocaat Meijering.
Meijering zou op zijn beurt de Hells Angels hebben getipt over de ophanden zijnde invallen in zes clubhuizen van de Hells Angels op 17 oktober. Ruim veertig leden van de motorclub zijn daarbij gearresteerd.
In het kader van hetzelfde onderzoek zijn nog twee andere mannen opgepakt, onder wie oud-agent Hans van E. Hij zou na zijn ontslag bij de politie gefungeerd hebben als informatiemakelaar voor advocaten, journalisten en de onderwereld.
Volgens de Volkskrant kan de arrestatie van de 49-jarige rechercheur een doorbraak betekenen in al langer lopende onderzoeken naar lekken. Bronnen hebben tegenover de krant bevestigd dat de man al zeker tien jaar op de hoogte is van grote onderzoeken, zoals naar de Heinekenontvoerders Van Hout en Holleeder en naar vastgoedmagnaat Willem Endstra.
Volgens V. Kraal, de advocaat van de Amsterdamse Hells Angels, heeft officier van justitie G. Oldekamp van het landelijk parket onlangs tijdens een besloten zitting iets gezegd over een ’platte’ rechercheur. „Hij zei dat de Angels een politieman in hun zak hebben”, aldus Kraal.
Door de aanhouding heeft de nationale recherche averij opgelopen. Hij is het neusje van de zalm van de Nederlandse politie en heeft zeer ervaren rechercheurs in dienst die hun sporen meestal eerder in andere korpsen van de politie hebben verdiend. Ze staan binnen de politieorganisatie hoog in aanzien.
De dienst telt momenteel ongeveer 850 medewerkers, verdeeld onder zes tactische units en twee functionele units. Het landelijk parket van het OM leidt al hun onderzoeken.
De belangrijkste taak van de nationale recherche is het bestrijden van zware en georganiseerde criminaliteit met een landelijk of internationaal karakter. Ook vervult de dienst een essentiële rol bij de aanpak van terrorisme. De nationaal georganiseerde recherchedienst geeft verder speciale aandacht aan de prominente rol van Nederland in de internationale xtc-handel en spoort oorlogsmisdadigers op.
De dienst werd halverwege 2003 operationeel en samengesteld uit zes kernteams, het toenmalige landelijke rechercheteam, de unit synthetische drugs, de unit mensensmokkel en de xtc-teams. Dat gebeurde om de informatie onderling beter uit te wisselen en om de samenwerking met de politieregio’s effectiever te laten verlopen.