De lumpsumfinanciering in het basisonderwijs geeft schoolbesturen meer vrijheid bij het besteden van subsidie. Nu gelden tal van regels of geld aan onderhoud, personeel of lesmethoden besteed moet worden. Woensdag beslist de Tweede Kamer over invoering van deze aanpak. De AOb voerde met onderzoeksinstituut ITS uit Nijmegen een enquête onder leden uit. Conclusie van de bond, die voor die vrijheid is, is dat er scholen zijn die niet in staat zijn hun financiering rond te krijgen.Uit de peiling bleek dat de overgrote meerderheid van het personeel onverschillig (47 procent) of neutraal (39 procent) staat tegenover de plannen, die een langdurige voorbreiding kenden. Slechts een kleine groep is uitgesproken voor (3 procent) of tegen (7 procent).

Wel is er veel angst voor mogelijke verstrekkende gevolgen van een grotere bestedingsvrijheid. Zo klaagt iemand dat zijn school nu al regelmatig rekeningen te laat betaalt en daardoor de telefoon onlangs werd afgesloten. Anderen vrezen torenhoge onderhoudskosten of het overhevelen van geld naar een nieuwe managementlaag.

Om te voorkomen dat het bij een kleine groep misgaat, met grote gevolgen voor de onderwijskwaliteit en de positie van het personeel, wil de AOb dat een school die volgens medezeggenschapsraad of bestuur nog niet klaar is voor de lumpsumaanpak, verplicht wordt begeleid bij de invoering. De AOb–leden steunen dat massaal (96 procent).