Dat blijkt uit een onderzoek van psychiater D. Denys van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU), dat zaterdag verschijnt in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.Mensen met morfodysforie willen hun lichaam veranderen, maar in 80 procent van de gevallen blijven zij ook na behandeling ontevreden. In plaats van een medische ingreep hebben zij een psychiater nodig om het verstoorde beeld van hun lichaam te behandelen. Het gaat om mensen die geen ernstige afwijkingen hebben.

Denys pleit voor een eenvoudige vragenlijst waarmee de specialisten patiënten met de aandoening kunnen herkennen, zodat ze hen kunnen doorverwijzen naar een psychiater. Morfodysforie kan met behulp van medicijnen en therapie goed behandeld worden, stelt de psychiater.

Dat de aandoening veel voorkomt bij patiënten van plastisch chirurgen en dermatologen is al bekend uit buitenlandse studies. Er was echter nog nooit onderzocht hoe vaak ze voorkomt in Nederland. Morfodysforie komt in Nederland bij patiënten van plastisch chirurgen iets minder vaak voor, maar dat heeft volgens Denys te maken met het feit dat hij patiënten van een academisch ziekenhuis heeft onderzocht. Hij vermoedt dat de aandoening bij patiënten van privéklinieken vaker voorkomt.

Denys ondervroeg voor zijn onderzoek 1005 mensen die zich tussen januari 2004 en juni 2004 voor het eerst aanmeldden bij de poliklinieken plastische chirurgie en dermatologie van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Het is het eerste onderzoek naar de aandoening in Nederland.

De psychiater baseert zich op door de patiënten ingevulde vragenlijsten en het oordeel van de dermatoloog of de plastisch chirurg over de ernst van de door de patiënt aangegeven afwijking. Uit het onderzoek blijkt dat meer vrouwen dan mannen de aandoening hebben.