De landelijk werkende instelling voor christelijke jeugdzorg zet zo haar eerste stap richting AWBZ-gefinancierde zorg.In 2004 kwamen enkele Bureaus Jeugdzorg tot de slotsom dat jongeren met een licht verstandelijke beperking én gedragsproblemen in Nederland vaak tussen wal en schip vallen. In verband met de leeftijd vallen ze binnen de jeugdzorg, gezien het IQ vallen ze binnen de gehandicaptenzorg en door de gedragsproblemen binnen de geestelijke gezondheidszorg.

Uit recent onderzoek dat de SGJ uitvoerde, blijkt dit ook te gelden voor lvg-kinderen uit christelijke gezinnen. Voor ouders en opvoeders is het niet altijd duidelijk bij welk loket ze moeten zijn.

Van de naar schatting tussen de 100.000 tot 180.000 lvg-jongeren in Nederland maakt slechts 10 procent gebruik van jeugd- of gehandicaptenzorg. Met de verdere inrichting van de provinciale Bureaus Jeugdzorg moet een eind komen aan deze onduidelijke situatie. Nu bepaalt de component van de problematiek die het zwaarst weegt, nog bij welk loket deze jongeren moeten zijn.

Vanaf 1 januari 2007 starten de Bureaus Jeugdzorg met de indicatiestelling voor lvg-jongeren.

Uit het onderzoek van de SGJ blijkt verder dat er behoefte is aan intensieve ambulante gezinsbegeleiding door christelijke hulpverleners en aan christelijke logeeropvang. De stichting heeft haar bestaande jeugdzorginfrastructuur van intensieve ambulante zorg en pleegzorg daarom uitgebreid en ingericht voor deze nieuwe doelgroep.