M. M. zou zijn vrouw hebben geslagen, geschopt en met de dood bedreigd, soms meerdere keren per week. Het slachtoffer heeft na haar aangifte begin vorig jaar geprobeerd de beschuldigingen weer in te trekken, maar justitie is toch tot vervolging overgegaan.Behalve de werkstraf is tegen de 28-jarige Puttenaar vijftien weken cel geëist: de tijd die hij in voorarrest heeft gezeten. Bovendien zou hij een halfjaar voorwaardelijke celstraf moeten krijgen.

Volgens de verdachte was er niet zo veel aan de hand bij hem thuis. Er waren wel ruzies, maar dat waren uitsluitend „mondelinge discussies.” Een enkele kleine duw kan er wel gegeven zijn, gaf de verdachte toe.

De huisarts, de tandarts, een verloskundige en een maatschappelijk werker van het gezin hebben bij de politie een heel ander beeld geschetst. De vrouw heeft hun verteld over de mishandelingen en ze toonde verwondingen die bij haar verhalen pasten.

Het slachtoffer heeft twee keer haar toevlucht gezocht tot een blijf-van-mijn-lijfhuis. Een maatschappelijk werker heeft verklaard dat hij nooit iemand had gezien die zo ernstig werd mishandeld als zij.

Dat de vrouw spijt kreeg van haar aangifte toen haar man eenmaal vastzat, is volgens de officier van justitie een gebruikelijk patroon bij huiselijk geweld. Omdat justitie dit soort geweld tot speerpunt heeft bestempeld, heeft het openbaar ministerie de vervolging op eigen gezag doorgezet.

De rechtbank doet op 27 januari uitspraak.