Dat blijkt uit de cijfers die donderdag bekend zijn gemaakt door het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) van de Rijksuniversiteit Groningen.Het totale ledental van de Nederlandse politieke partijen gaf in 2005 een daling te zien en kwam uit op zo’n 300.000. In 2002 en 2003 deed zich nog een flinke stijging voor, wat het DNPP vooral toeschrijft aan het optreden van Pim Fortuyn.

GroenLinks deed het vorig jaar erg goed met een groei van 3,3 procent. Daarmee zette de partij de stijgende lijn voort. Sinds 1997 is GroenLinks in ledental verdubbeld. De partij doet het nu zelfs beter dan de SP, die vanaf het begin van de jaren negentig haar ledental almaar ziet toenemen. Voor het eerst in jaren was de SP niet meer de snelst groeiende politieke partij.

De SGP kwam uit op een groei van 1,9 procent. Het DNPP vindt dat opmerkelijk gelet op de commotie binnen de partij. De SGP telt nu 26.400 leden (een winst van 500 leden) terwijl een partij als D66 niet verder komt dan ruim 11.000. D66 heeft wel drie keer zo veel Kamerzetels. De CU verloor zo’n 80 leden en heeft nu een ledental van 24.156.

Verloor de PvdA in 2004 nog een dikke 800 leden, vorig jaar werd dat verlies weer tenietgedaan. De partij kwam op 1,3 procent groei uit. De partijen CDA, VVD en D66, die deel uitmaken van de huidige regeringscoalitie, liepen forse schade op. Het CDA blijft weliswaar de grootste partij van Nederland maar het ledenaantal kelderde met 4000 naar 69.000.

Een ander probleem waarmee de christendemocraten, net als de liberalen, mee te kampen hebben, is de vergrijzing. Bij de VVD is maar liefst een kwart van de leden ouder dan 70 jaar. De PvdA wordt juist iets jonger: de gemiddelde leeftijd van het PvdA-lid daalde van 56,3 in 2000 tot 55,3 in 2005.

De grote verliezer in 2005 was de LPF. Het ledental liep terug van 2111 naar 1274, een verlies van 40 procent. Daarmee zit de partij net boven het minimumaantal van 1000 dat het ministerie van Binnenlandse Zaken hanteert bij de toekenning van overheidssubsidie.