De Nederlandse zakenman werd eind december door de rechtbank in Den Haag veroordeeld tot vijftien jaar celstraf wegens medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden in Iran en Irak.Justitie had Van Anraat ook aangeklaagd wegens medeplichtigheid aan volkerenmoord, maar dat achtte de rechtbank niet bewezen. Het OM wil hierover het oordeel van het gerechtshof. Eerder kondigde Van A. zelf al aan in hoger beroep te gaan.

Voor de strafmaat maakt het overigens niets uit. Vijftien jaar cel is in Nederland de maximale straf voor zowel medeplichtigheid aan genocide als medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden.

De 63-jarige Van Anraat heeft volgens de rechtbank in de jaren tachtig op grote schaal grondstoffen voor chemische wapens geleverd aan het regime van Saddam Hussein in Irak. Dat bewind gebruikte de chemische stoffen voor het maken van gifgaswapens, die zijn ingezet in de oorlog met Iran (1984-1988) en tegen de Koerdische bevolking in Noord-Irak. Vele duizenden mannen, vrouwen en kinderen werden door de chemische aanvallen gedood.

De rechtbank achtte echter niet bewezen dat Van Anraat wist dat de door hem geleverde chemische middelen voor volkerenmoord zouden worden gebruikt.