Volgens de rechtbank, die zitting houdt in de extra beveiligde bunker in Amsterdam–Osdorp, is het mogelijk dat El B. met zijn veertien maanden voorarrest zijn straf er inmiddels heeft opzitten. De rechtbank houdt daarbij rekening met het systeem van de vervroegde invrijheidstelling. In de regel komen gedetineerden na het uitzitten van tweederde van hun straf vrij. In het geval van El B. zou de bruto strafoplegging neerkomen op ruim 21 maanden.El B. is de vijfde Hofstadverdachte die nu op vrije voeten is. In totaal staan veertien verdachten terecht.
Mohammed El B. vervulde een bijrol in het vermeende terreurnetwerk. Hij fungeerde als chauffeur voor sommige medeverdachten en bezocht de zogeheten huiskamerbijeenkomsten in de woning van Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh.

Bekend is dat tijdens die bijeenkomsten veelvuldig werd gesproken over het geloof en over de haat jegens ongelovigen. Van dat laatste zegt El B. weinig te hebben gemerkt. Hij hield zich in zijn verklaring voor de rechtbank op de vlakte en zei de bijeenkomsten vooral „voor de gezelligheid” te hebben bezocht.

Een aanzienlijk verschil met veel van zijn medeverdachten, is dat de politie nauwelijks belastend materiaal in het bezit van El B. heeft aangetroffen. Bij het gros van de verdachten werd jihadistisch materiaal gevonden, in de vorm van teksten en gruwelijke filmpjes. Bij El B. bleef de vondst beperkt tot een paar cassettebandjes in zijn auto, waarop te horen was hoe werd opgeroepen tot de heilige oorlog en het martelaarschap.

Aan de zaak tegen El B. kleven wel twee opmerkelijke aspecten. Hij bevond zich de avond vóór de moord op Van Gogh in het gezelschap van Mohammed B. Het tweetal maakte toen met nog twee andere verdachten een wandeling rond de Sloterplas. El B. hield, evenals de andere betrokkenen, vol dat er niet over de aanstaande moord is gesproken en dat er aan Mohammed B. niets bijzonders te merken viel. Ook opmerkelijk is dat een ooggetuige El B. nabij de plek des onheils meent te hebben gezien toen Van Gogh werd vermoord. El B. zou gekleed zijn gegaan in traditionele, islamitische kledij en een opgetogen indruk hebben gemaakt. Volgens eigen zeggen was El B. op het tijdstip van de moord nog bij zijn ouders thuis in Amsterdam–West.

De vrijlating van El B. was tegen de zin van het Openbaar Ministerie. Volgens officier van justitie A. van Dam liet El B. donderdag niet het achterste van zijn tong zien.

Het proces wordt donderdagmiddag voortgezet met een aantal getuigenverhoren. Op 13 januari zal het openbaar ministerie zijn visie op de Hofstadzaak presenteren en de strafeisen formuleren.