„Kloppen op de woorden van de Schrift”
DOORN - Een van de ernstigste gevaren voor een predikant is sleur. Ds. G. D. Kamphuis: „Dodelijke sleur, waarbij we ons niet meer laten verrassen door de Schrift. We gunnen ons geen tijd om werkelijk de Schrift te bestuderen. Arme predikant en arme gemeente. Sleur maakt de rijkste dienst tot een lege huls en een dode vorm.”
Ds. Kamphuis, voorzitter van de Gereformeerde Bond, sprak woensdag in Doorn op de jaarlijkse conferentie voor predikanten van de Gereformeerde Bond (GB) over het thema ”Dienen in verwondering”. Zelf verwondert hij zich over het feit dat God hem in Zijn dienst heeft genomen. „Het brengt me tot ootmoedige en dankbare aanbidding van Christus. Dienst zonder verwondering is als een bruiloft zonder vreugde, een bloem zonder kleuren, een vogel zonder vleugels.”Volgens de Amstelveense predikant kunnen zondebesef, zelfoverschatting en kritiek van anderen deze verwondering bedreigen en het werk van een predikant onvruchtbaar maken. Maar er zijn ook stimulansen om God trouw te volgen: verwondering over Christus’ dienst en het feit dat Hij mensen in Zijn dienst neemt. „Wij moeten steeds weer terug naar het begin. Hij stond aan het begin van uw dienstwerk. Verwondering is vrucht van Zijn werk.”
Meer zicht op Gods soeverein handelen en verkiezen geeft meer vreugde in Zijn genade, is zijn overtuiging. „De gloed van de liefde trekt dan door de verkondiging heen. Het stof waait eraf. Want dit besef is een heilige en intense stimulans om de Schriften te openen, te kloppen op de woorden van de Schrift, net zo lang tot ik de stem van mijn Koning erin hoor.”
De Utrechtse hoogleraar prof. dr. F. G. Immink sprak over de positie van de hervormd-gereformeerde richting in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Volgens hem heeft de GB een imagoprobleem. „Bij de buitenwacht staan we te boek als een groepering die voortdurend op de rem trapt. In het fusieproces is dat beeld nog eens versterkt. Het was steeds tegen, tegen, en nog eens tegen, welke ruimte er ook geboden werd.”
Het liefst wil hij van dat imago af. „Het klopt ook niet met datgene waar de beweging ten diepste voor staat: bevordering van de bevindelijk gereformeerde geloofstraditie. Een rijke, door en door kerkelijke traditie, diep verankerd in het calvinisme. Niet iets om je voor te schamen.”
Welke plaats neemt de Gereformeerde Bond in in de brede Protestantse Kerk? Prof. Immink: „We willen de PKN voortdurend bepalen bij de gereformeerde grondslag en streven naar bevordering van het bevindelijke leven. Kortom, protestants-gereformeerd met een bevindelijk trekje.” Aandacht voor bevinding en waarheid is naar zijn mening kenmerkend voor de geloofsbeleving in de GB. „Met het woord bevinding komen we in de sfeer van de heilsorde, van de toe-eigening, van de geloofservaring, van de subjectieve betrokkenheid. Met het woord waarheid komen we meer in de sfeer van de belijdenis. Het gaat de GB om „de verbreiding en de verdediging van de Waarheid” in het midden van de kerk.”
Daarmee heeft de GB de gereformeerde belijdenis hoog in het vaandel staan. „Maar er wordt over gesproken in termen van waarheid en dat klinkt aanmatigend. Alsof je de waarheid in pacht hebt. Waarheid verwijst naar de werkelijkheid van de levende God, naar Jezus Christus, die de waarheid is. Wanneer die verwijzende functie achterwege blijft, zitten we inderdaad verkeerd.”
De GB moet isolement binnen de PKN vermijden, vindt hij. „Als er geen verkeer is met het geheel der kerk, lopen we dan niet rond in het eigen kringetje? Dat is niet gezond. Is het wel verstandig om eindeloos hervormde gemeente te willen blijven in de Protestantse Kerk in Nederland? Het is maar een vraag. Mijn hoop is dat we niet al te zeer het isolement zoeken. Daarvoor is de gereformeerde traditie waarin we staan te waardevol.”
Prof. dr. F. A. van der Duyn Schouten, rector magnificus van de Universiteit van Tilburg, sprak over theologiebeoefening in Nederland. Hij benadrukte dat een theologieopleiding haar wetenschappelijke doelstelling serieus moet nemen. In de opleiding zal ruimte moeten zijn voor eigenstandige diepgaande studie. „Student en docent zullen bereid moeten zijn zich op nieuwe en onontgonnen terreinen te bewegen. Uiteindelijk is het aan de kerk zelf om te bepalen wat zij van haar predikanten verwacht en daarbij dan ook te zorgen voor de juiste opleidingsvorm.”
Dat heeft volgens hem gevolgen voor de nieuwe inrichting van de predikantsopleiding van de PKN, de nog op te richten Protestantse Theologische Universiteit (PTU). „Met de introductie van de bachelor-master structuur zullen de wetenschappelijke opleidingen hun huidige karakter van een opeenstapeling van vakken verliezen. Dit zal ingrijpende consequenties hebben voor de aard en de inhoud van de masteropleiding. Naar mijn oordeel zou dit de kerk in ieder geval erg terughoudend moeten maken in het al te vast verankeren van de huidige opleidingsinhoud in haar ordonnantiën.”
De Tilburgse hoogleraar signaleert dat in de wetenschap de waarde van het schrijven van een proefschrift toeneemt (zonder kom je de universiteit niet meer binnen), maar tegelijkertijd ook afneemt: de wetenschappelijke reputatie wordt vaak pas na de promotie gevestigd. De keuze voor de wetenschap moet daarom eigenlijk al tijdens de studie worden gemaakt. „De stringente eis dat men voor benoeming als kerkelijk universitair docent eerst enige jaren als gemeentepredikant actief moet zijn geweest, lijkt mij in dit licht naar de toekomst toe onhoudbaar. Met andere woorden: als de kerk deze eis onopgeefbaar acht, zal zij eenvoudigweg haar wetenschappelijke ambitie moeten laten varen.”