Doorbraak in aanpak dunnedarmkwalen
AMSTERDAM - De zogeheten dubbelballon-endoscopie (DBE) moet de standaardmethode worden voor onderzoek naar en behandeling van kwalen aan de dunne darm.
Door de nieuwe vorm van endoscopie zijn de mogelijkheden voor het vaststellen en behandelen van zulke aandoeningen „revolutionair verruimd”, schrijven onderzoekers van VU medisch centrum in Amsterdam en Erasmus MC in Rotterdam in het wetenschappelijk tijdschrift Endoscopy.De DBE is een endoscoop, een dunne flexibele kijkbuis, die zich met behulp van ballonnetjes vastzet in de dunne darm en zich daardoor een weg kan banen door de maag en de dunne darm. Op die manier kan de dunne darm voor het eerst volledig met een scoop worden bekeken. Voor de patiënt is de methode veel minder belastend.
Patiënten met een kapotte klep van de grote lichaamsslagader (angiodysplasie) en daaruit voortkomende bloedingen in de dunne darm, wordt het leven gered. Zij overleden tot voor kort vaak aan chronische, niet te stelpen bloedverlies uit bloedblaren in de dunne darm. Deze bloedblaren kunnen met de DBE worden dichtgebrand.
Ook patiënten met coeliakie en de ziekte van Crohn profiteren van DBE. Bij mensen met de ziekte van Peutz-Jeghers (erfelijke tumoren in maag en dunne en dikke darm) kunnen poliepen in de dunne darm al in een vroeg stadium worden verwijderd.
Inmiddels maken in Nederland tien ziekenhuizen gebruik van DBE. Het VU medisch centrum heeft sinds de introductie in 2003 ruim 400 scopieën verricht. De onderzoekers schatten dat in Nederland één dubbelballon-endoscoop per 1 miljoen mensen nodig is om in de behoefte te voorzien.