2005 op vijf na warmste jaar
DE BILT (ANP) – De opwarming van het Nederlandse klimaat heeft zich in 2005 onverminderd doorgezet. Dat blijkt uit het overzicht van het weer van het afgelopen jaar dat het KNMI donderdag uitbracht.
Met een gemiddelde temperatuur van 10,6 graden was 2005 volgens het weerinstituut zeer warm omdat het langjarig gemiddelde op 9,8 graden ligt. In het overzicht van de warmste jaren sinds 1901 eindigt dit jaar dan ook op een gedeelde zesde plaats.„Alle jaren in de top 10 van warmste jaren zijn na 1988 voorgekomen”, aldus het KNMI. „Bovendien is 2005 het negende jaar op rij met een temperatuur van boven de tien graden. De opwarming van het Nederlandse klimaat zet hiermee onverminderd door.”
Vooral in januari, april, september en oktober was de gemiddelde temperatuur hoog. Oktober komt op de tweede plaats in de rij van warmste overeenkomstige maanden sinds 1901. De klimatologische herfst, die van september tot en met november loopt, was zelfs de warmste in drie eeuwen.
Van 18 tot en met 24 juni was er sprake van een landelijke hittegolf, de 36e sinds 1901. In die periode werd op 20 juni in Gilze–Rijen met 34,7 graden de landelijk hoogste temperatuur van dit jaar gemeten. De laagste temperatuur, 20,7 graden onder nul, werd gemeten op 4 maart in Marknesse. Het was de laagste temperatuur die ooit in maart in ons land is gemeten.
Het KNMI omschrijft 2005 als een bijzonder zonnig jaar met gemiddeld ongeveer 1820 uren zonneschijn tegen 1550 uren normaal. Sinds 1901 waren er maar zes jaren nog zonniger. Van de KNMI–stations was Vlissingen het zonnigst met ongeveer 1910 uren zonneschijn. Het Limburgse Arcen komt er het slechtst vanaf met ongeveer 1720 uren.
Er viel dit jaar gemiddeld ongeveer 785 millimeter neerslag, tegen het langjarig gemiddelde van 797 millimeter. Van de KNMI–stations was Vlissingen met ongeveer 880 millimeter het natst terwijl Maastricht met ongeveer 610 millimeter de minste neerslag te verwerken kreeg.
Enkele zeer zware regen– en sneeuwbuien zorgen in 2005 voor veel overlast. Zo lag er begin maart na langdurige sneeuwval in een groot deel van het noorden van het land 20 tot ruim 50 centimeter sneeuw. „Een dergelijk sneeuwdek over zo’n groot gebied is uitzonderlijk voor ons land en doet zich waarschijnlijk minder dan eens per vijftig jaar voor”, aldus het weerinstituut.
Op 25 november veroorzaakte en dik pak sneeuw in het oosten en zuiden van het land veel overlast, terwijl op dezelfde dag in het westen een grote hoeveelheid regen viel.
December wordt door het KNMI omschreven als „een droge maand met een normale gemiddelde temperatuur”.