Bloedverdunner Plavix moet langer vergoed
ROTTERDAM - Bij acute hartkramp of een (dreigend) hartinfarct moet de vergoedingsduur van de bloedverdunner Plavix (clopidogrel) niet langer tot zes maanden worden beperkt. Nieuwe gegevens rechtvaardigen een verlenging, aldus het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) donderdag in een advies aan de minister van VWS.
Bij een eerdere beoordeling baseerde het CVZ zich op klinische studies, waarin een duidelijk voordeel naar voren komt van de combinatie Plavix met aspirine ten opzichte van aspirine alleen. Een beperking van dat onderzoek was echter dat het geen uitsluitsel gaf over de optimale behandelduur. Verder bleek uit deze onderzoeken dat het risico op complicaties bij het gebruik van Plavix, zoals bloedingen, na drie maanden toeneemt. Daarom werd Plavix bij een acuut coronair syndroom slechts voor zes maanden vergoed.In het kader van de herbeoordeling heeft het CVZ onlangs zowel de cardiologen als de fabrikant om aanvullende praktijkgegevens gevraagd over het risico op bloedingen bij het gebruik van Plavix. Uit deze nieuwe gegevens blijkt dat het bloedingsrisico minder reden tot zorg geeft dan eerder werd gedacht. Daardoor hoeft de vergoedingsduur van Plavix niet langer beperkt te worden tot zes maanden, aldus het CVZ in het advies aan de minister van Volksgezondheid. Voor de geregistreerde behandelindicaties kost Plavix nu ongeveer 30 miljoen euro per jaar. Als de vergoedingsregels worden uitgebreid in overeenstemming met de behandelrichtlijnen van de cardiologen, loopt dat bedrag op tot ongeveer 50 miljoen euro per jaar.
Vandaag dient het kort geding dat cardiologen hebben aangespannen tegen minister Hoogervorst over de vergoeding van de dure bloedverdunner Plavix. Hier gaat het echter om de vergoeding van Plavix na het plaatsen van een stent bij dotteren.