Veiligheid op de Westerschelde is een „topprioriteit”, zei minister Peijs van Verkeer en Waterstaat woensdag in Middelburg bij de ondertekening van de Scheldeakkoorden. „Dat geldt voor alle wegen, dus net zo goed voor de waterwegen.” Enkele uren later sprak de minister samen met minister Remkes (Binnenlandse Zaken) en een delegatie van Zeeuwse bestuurders in Den Haag over een van de belangrijkste thema’s in Zeeland: Hoe veilig zijn de bewoners achter de dijken met deze zeeschepen in de buurt?De vraag komt niet uit de lucht vallen. Enkele maanden geleden nog liep de Fowairet, een containerschip geladen met gevaarlijke chemicaliën, op de Westerschelde aan de grond. Oost-Zeeuws-Vlaanderen ontsnapte aan een ramp. En dat was niet de eerste keer. Minister Peijs worstelt met het vraagstuk.

Door de nieuwe verdieping bevaren nog grotere schepen de gevaarlijk smalle Westerschelde. Moet Nederland niet zeggen: Nu is het genoeg?
„Nee, dat kan niet. Nederland heeft zich eraan verbonden om de weg naar de scheepvaart in Antwerpen open te houden. Dan kun je niet opeens beperkingen aan de scheepvaart gaan opleggen.”

De Westerschelde is een belangrijk natuurgebied, vergelijkbaar met de Waddenzee. Als dáár zo veel risicovolle schepen voeren, was het land te klein.
„We moeten de verschillende belangen zorgvuldig afwegen. Maar de Westerschelde mag nooit een riool worden. Het moet schoon en veilig gaan. Scheepvaart en natuur hoeven elkaar niet tegen te spreken.”

De belangrijkste uitkomst van het veiligheidsoverleg, gistermiddag, is dat Rijkswaterstaat bij een onverhoopt ongeval een coördinerende rol moet gaan spelen. Deze rol is nu weggelegd voor de gemeente op wiens grondgebied het ongeval gebeurt. In april praten de bestuurders opnieuw over de veiligheid op de Westerschelde.