Internationale commissie prijst ruimtevaartonderzoek
Het lucht- en ruimtevaartonderzoek van de Technische Universiteit Delft staat internationaal aan de top. Op het terrein van technische mechanica, vliegtuigmaterialen en astrodynamica is Delft zelfs toonaangevend.
Dat stelt een internationale commissie die onderzoek en onderwijs op het gebied van luchtvaart- en ruimtevaarttechniek heeft onderzocht. Het rapport van de commissie is woensdag aangeboden aan voorzitter E. d’Hondt van de vereniging van universiteiten VSNU.
Voor een wetenschappelijke opleiding lucht- en ruimtevaart is en blijft in Nederland volop ruimte. Na het faillissement van Fokker, in 1996, zakte het aantal eerstejaars tot onder de 150. Maar binnen enkele jaren heeft de opleiding zich hersteld. Vorig jaar begonnen 333 kandidaten aan de studie, van wie 10 procent vrouwen.
De meeste studenten doen aanzienlijk langer over de studie dan de vijf jaar die er voor staat. Die vertraging wordt toegeschreven aan de bijbaantjes die studenten moeten aannemen. De commissie is er voor meer bijbanen in de faculteit creëren, zodat studenten studie en werk kunnen combineren. Na acht jaar is 71 procent afgestudeerd.