De hulporganisaties hebben in totaal 30 miljoen te besteden, Dat maakte het ICCO, interkerkelijke organisatie voor ontwikkelingssamenwerking, vrijdagmiddag in Utrecht bekend.In Nederland bracht de actie van de Samenwerkende Hulporganisaties via giro 555 ruim 200 miljoen euro op. Kerkinactie en ICCO kregen uit deze pot 30 miljoen euro. De 18,5 miljoen die al is uitgegeven, is verdeeld over 86 projecten in India, Indonesië, Sri Lanka, Somalië en Thailand.

Kerkinactie en ICCO geven de hulp via hun bestaande contacten in de verschillende landen. Deze netwerken hebben zowel een kerkelijke als niet-kerkelijke achtergrond.

De hulpverlening wordt bemoeilijkt door de grote chaos als gevolg van de tsunami én door jarenlange -etnische- problemen in de rampgebieden. Daarbij valt te denken aan het conflict op Atjeh tussen de Indonesische regering en rebellen, de strijd op Sri Lanka tussen de regering en Tamil Tijgers en de kastenverhoudingen in India.

Dat laatste betekent bijvoorbeeld dat de dalits, die laag op de maatschappelijke ladder in India staan, langer van hulp verstoken dreigen te blijven dan vissersfamilies, die een hoger aanzien genieten.

Kerkinactie en ICCO proberen daar alert op te zijn door geen concessies te doen in de hupverlening. Dat gebeurde na eerdere rampen in India wel. Toen kregen mensen uit de hogere kasten grotere huizen aangeboden.

In Atjeh, het zwaarst getroffen gebied, is veel hout nodig voor de bouw van huizen. Door het massaal kappen van bomen dreigt het milieu verstoord te worden. Kerkinactie en ICCO ontwikkelen land- en bosbouwprogramma’s om dat te voorkomen.