Gynaecologen vaak berispt
GRONINGEN (ANP) – Gynaecologen worden relatief vaak op hun vingers getikt door het Medisch Tuchtcollege.
Uit onderzoek van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) blijkt dat ongeveer een derde van de klachten die tegen vrouwenartsen worden ingediend, gegrond worden verklaard. Voor andere hulpverleners ligt dat percentage op gemiddeld 15 procent.Voor het onderzoek, onder leiding van prof. mr. J.H. Hubben, werden 371 uitspraken bestudeerd die de vijf Nederlandse tuchtcolleges in de periode 1992–2004 over gynaecologen hebben gedaan.
Waarom die specialisten zo vaak worden berispt, is volgens Hubben moeilijk te zeggen. Een mogelijke verklaring ziet hij in de ernst van de klachten. In een derde van de gegrond verklaarde gevallen had de falende behandeling namelijk de dood van het kind waarvan de vrouw in verwachting was, tot gevolg.
Hubben noemt het verder opvallend dat een derde van de klachten het gevolg blijkt van organisatorische tekortkomingen en dus voorkomen had kunnen worden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om een slecht geregelde overdracht aan een collega of slecht toezicht op gynaecologen in opleiding, waardoor zij meer doen dan ze mogen of kunnen.
In de helft van de gegrond verklaarde klachten blijkt slecht medisch handelen, zoals het stellen van een verkeerde diagnose, de oorzaak te zijn. Dat percentage is echter, vergeleken met andere specialisten, relatief laag, aldus Hubben.
De onderzoeker denkt dat de gynaecologen zeker op organisatorisch vlak door beter overleg en onderlinge afstemming veel problemen kunnen voorkomen. Als hoogleraar gezondheidsrecht bestudeerde Hubben eerder de uitspraken van tuchtcolleges over andere medisch specialisten.
Volgens voorzitter prof. dr. J. G. Nijhuis van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie is er de laatste jaren al veel verbeterd in de werkwijze van vrouwenartsen. Het aantal klachten is de laatste jaren sterk verminderd, zegt hij. Bijna alle afdelingen voor gynaecologie werken inmiddels met procedures voor het doorgeven van kennis over de patiënten als artsen en verplegers in ploegendienst het werk van elkaar overnemen. Volgens Nijhuis is ook de communicatie met de patiënt verbeterd. De vereniging zegt door te gaan met het verbeteren van de werkwijze.