Dat staat in de woensdag verschenen Monitor racisme en extremisme, een onderzoeksproject van de Anne Frank Stichting en de Universiteit Leiden. Volgens de onderzoekers zouden instanties zich meer moeten richten op verbanden die er zijn tussen de radicalisering van extreemrechtse figuren en moslimjongeren. „In veel gevallen is er sprake van een serie incidenten en van acties die reacties uitlokken.”De rapportschrijvers constateren dat de mogelijke radicalisering van moslimjongeren begrijpelijkerwijs te veel aandacht krijgt. De bestrijding van rechts-extremisme blijft achter, terwijl er volgens hen een aantoonbaar verband is tussen radicaliseringsprocessen in beide groepen.

De vraag of Lonsdalejongeren racistisch of rechtsradicaal zijn blijkt moeilijk te beantwoorden. De onderzoekers hebben bovendien geprobeerd antwoord te vinden op de vraag of de extreemrechtse jongeren een jeugdcultuur zijn of een vorm van jeugdcrimininaliteit. De variatie onder Lonsdalejongeren blijkt echter groot. De ene groep is de andere niet, het ideologisch gehalte (racistisch of extreem rechts) van de groepen kan sterk variëren. Bovendien worden incidenten niet altijd ingegeven door ideologie. Het Lonsdalevraagstuk is geen exclusief plattelandsverschijnsel, maar het komt ook in de steden voor.

In de periode van 2001 tot augustus 2005 telden de onderzoekers 125 extreem rechtse groepen en ruim 200 incidenten, waarvan ongeveer 140 gewelddadige. Veel voorkomende uitingen van geweld zijn mishandelingen (41) en confrontaties (50) tussen autochtonen en allochtonen. Bij acties van extreem rechtse individuen komen allochtonen in toenemende mate met een reactie. Vooral na de moord op filmmaker Theo van Gogh eind vorig jaar nam de hoeveelheid racistische incidenten toe.

In het rapport staat verder te lezen dat radicaal rechts georiënteerde figuren hun maatschappelijke en politieke ideeën voor een groot deel van internet halen. Overheden bouwen te weinig expertise op om informatie over trends, ideeën en ontwikkelingen op internet zichtbaar te maken. Bovendien blijven racistische ontsporingen op internet onbekend en onbestraft.

Bij het zoeken naar oplossingen voor het Lonsdalevraagstuk zouden scholen, gemeente, politie, justitie, rechters en politiek hun aanpak van het Lonsdalevraagstuk veel meer op elkaar moeten afstemmen, vinden de onderzoekers.