Dat maakten beide bewindslieden dinsdag in Den Haag bekend na afloop van het kenningsmakingsbezoek van Jung aan Kamp.Het verdrag zal de huidige zogeheten Budel–Seedorfverdragen vervangen. Volgens Kamp is de samenwerking tussen de landmachten van Duitsland en Nederland „essentieel". Via het raamverdrag wordt het mogelijk die samenwerking verder te ontwikkelen. Kamp denkt onder andere aan de vorming van een tweede gevechtsgroep in 2011, nauwere samenwerking bij de training van Iraakse veiligheidstroepen en mogelijk een nieuw Duits–Nederlands commando van de NAVO–missie ISAF in Afghanistan.

In 2007 leveren Duitsland en Nederland samen met Finland gedurende een half jaar een snelle reactiemacht voor het veiligheidsbeleid van de Europese Unie. Deze gevechtsgroep staat onder Duits commando. Kamp wil dat Nederland in 2011 opnieuw voor een half jaar een soortgelijke ’battlegroup’ levert, maar dan onder Nederlandse leiding.

De Duitse minister zei de nauwe samenwerking met Nederland zeer op prijs te stellen. Met zijn snelle komst naar Den Haag, al in zijn derde werkweek, had hij „een signaal willen afgeven" hoe belangrijk die samenwerking is voor de nieuwe Duitse regering.

Jung maakte voorts duidelijk dat de Duitse regering de transatlantische band met de Verenigde Staten nadrukkelijk wil versterken. De Duits–Amerikaanse verhouding was tijdens de vorige Duitse regering onder leiding van bondskanselier Schröder sterk bekoeld naar aanleiding van de Duitse kritiek op de Amerikaanse oorlog tegen het bewind van de Iraakse dictator Saddam Hussein. Jung zei dat Duitsland weliswaar geen soldaten naar Irak zal sturen, maar via de training van Iraakse veiligheidstroepen in Duitsland en de Verenigde Arabische Emiraten nu wel zijn verantwoordelijkheid neemt.