„Partij moet oordelen over samenwerking”
DEN HAAG - Het besluit van het SGP-hoofdbestuur om de samenwerking met de ChristenUnie in vier plaatsen te blokkeren, bleek in belangrijke delen van de partij geen draagvlak te hebben. Partijvoorzitter Kolijn: „We gaan nu werken aan een nieuwe samenwerkingsrichtlijn. Daar moet dan de héle partij haar oordeel over geven.”
Natuurlijk valt moeilijk aan te geven welk deel van de SGP-leden moeite had met het besluit van het hoofdbestuur, anderhalve week geleden genomen, om de samenwerking met de ChristenUnie in Amersfoort, Enkhuizen, Gorinchem en Zoetermeer te verbieden omdat daar vrouwen op verkiesbare plaatsten kwamen. Maar vaststaat dat het een aanzienlijk deel van de partij was. En dat het protest in kranten, op de radio, in e-mails en op websites omvangrijker was dan iemand had verwacht.Wethouders, burgemeesters en gemeenteraadsleden spraken publiekelijk hun ontstemming uit over de volgens hen faliekant verkeerde beslissing. Mensen verlieten het hoofdbestuur, zegden hun partijlidmaatschap op of stapten over naar de ChristenUnie.
Een en ander resulteerde in een spoedberaad van het hoofdbestuur, maandagmorgen in Putten, waarbij slecht één HB-lid absent was. Na een lange ochtend vergaderen besloot het partijbestuur op zijn schreden terug te keren. Het gaat opnieuw met de kiesverenigingen in gesprek, met de nadrukkelijke intentie te repareren wat nog te repareren valt en, indien nog mogelijk en gewenst, een lijstineenschuiving met de ChristenUnie alsnog goed te keuren.
Over de vergadering wil Kolijn niet veel meer kwijt dan dat die „niet gemakkelijk” was. „Het is bestuurlijk geen eenvoudige klus om, als je twee keer een bepaald besluit genomen hebt, het dan de derde keer toch anders te doen.”
Is het hoofdbestuur tot andere inzichten gekomen of was vooral het tumult reden tot herziening van het besluit?
„Het was niet alleen de ontstane commotie, maar ook de constatering dat de kritische reacties zo breed uit de hele partij kwamen. Soms vroegen we ons af: Hoe is het mogelijk dat een SGP’er op zo’n toon reageert? Maar er waren ook heel waardige reacties bij, die indruk hebben gemaakt.”
De vier kiesverenigingen mogen nu waarschijnlijk toch met de ChristenUnie in zee. Betekent dit tevens een beleidswijziging voor de lange termijn?
„Hoe we in de toekomst omgaan met vrouwen die op gemeenschappelijke lijsten op verkiesbare plaatsen staan, leggen we neer in een nieuwe samenwerkingsrichtlijn. Zoals bekend zijn we bezig met een brochure over de plaats van de vrouw in de politiek en in onze partij. Daarin geven we een theologische onderbouwing van ons standpunt dat het passief kiesrecht in onze visie niet aan vrouwen toekomt. Daarin willen we tevens de vraag beantwoorden of het juridisch mogelijk is vrouwen wel tot besturen van kiesverenigingen toe te laten, maar ze niet op kieslijsten te zetten.
In dat kader zullen we opnieuw kijken naar de samenwerkingsrichtlijn. De denkrichting daarbij is om het hoofdbestuur wel een adviserende plaats te geven, maar de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid bij de kiesverenigingen te leggen.”
Wanneer is dat hele traject afgerond?
„In februari hopen we een hoorzitting te houden over de brochure. Daar willen we nadrukkelijk alle geledingen van de partij bij betrekken, dus ook de groep wethouders. In maart sturen we de brochure de partij in.
Zou uit die brochure blijken dat er een statutenwijziging nodig is, bijvoorbeeld om vrouwen de mogelijkheid te geven volledig lid te worden van de partij -minus het passieve kiesrecht-, dan is er een extra ledenraadpleging nodig, bijvoorbeeld in mei.
Waar we in elk geval alle kiesverenigingen over willen laten stemmen, is de nieuwe samenwerkingsrichtlijn.”
Komt het nog goed met de vertrokken hoofdbestuursleden?
„Met hen willen we zeker nog contact hebben. Wij hebben ze niet afgeschreven. Dat blijkt wel uit het feit dat ze ook voor de vergadering van maandag nog uitgenodigd waren en alle stukken vooraf hebben ontvangen.”
Van Belzen zegt dat hij begrepen had niet welkom te zijn…
„Het feit dat hij de stukken toegestuurd kreeg, lijkt mij veelzeggend genoeg.”