Ministerie blokkeert onderzoek euthanasie
AMERSFOORT - Het ministerie van Volksgezondheid heeft twee weken geleden een subsidieaanvraag voor een onderzoek naar het verruimen van de euthanasiewet afgewezen. Het onderzoeksvoorstel was ingediend door artsenorganisatie KNMG.
Door de weigering van het ministerie moet de KNMG er voorlopig van afzien met het onderzoek te beginnen. Dat verklaarde een teleurgestelde KNMG-voorzitter drs. P. C. Holland vrijdag op een symposium van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE).NVVE-voorzitter J. Kohnstamm sprak daarop de bereidheid uit na te gaan of de NVVE in plaats van het ministerie als geldschieter kan optreden. Veel NVVE-leden betreuren het dat de discussie over een verruiming van de euthanasiepraktijk in Nederland is verflauwd. Volgens Kohnstamm is het zaak de stilte te doorbreken en politieke partijen met het oog op de komende verkiezingen opnieuw tot daadkracht te bewegen. „Daarbij is het zaak dat de NVVE en de KNMG eerst op één lijn komen, anders gebeurt er niets”, zei hij.
In het onderzoek dat de KNMG voor ogen staat, gaat het om de vraag onder welke voorwaarden artsen een euthanasieverzoek mogen inwilligen van patiënten die lijden aan het leven. In 2002 bepaalde de Hoge Raad in het zogeheten Brongersma-arrest dat dit strafbaar is.
Lijdende patiënten komen volgens dit arrest alleen voor euthanasie in aanmerking wanneer hun lijden zijn oorsprong vindt in een officieel erkende ziekte. Ingrijpen bij patiënten die lijden aan het leven valt volgens de Hoge Raad buiten het medisch domein.
De door de KNMG ingestelde commissie-Dijkhuis oordeelde vorig jaar dat artsen onder bepaalde voorwaarden wel degelijk een rol zouden moeten kunnen vervullen in het ten uitvoer brengen van de stervenswens van levensmoede patiënten. Dit commissiestandpunt is inmiddels overgenomen door het federatiebestuur van de KNMG.
Welke artsen zich daarmee zouden mogen inlaten en onder welke criteria dergelijke stervensverzoeken zouden mogen worden ingewilligd, is sindsdien een open vraag gebleven. Holland liet vrijdag doorschemeren dat de KNMG daarover nog geen officieel standpunt heeft.
Wel zinspeelde hij op de mogelijkheid dat dergelijke stervensverzoeken niet -zoals gebruikelijk- achteraf, maar van tevoren zouden moeten worden getoetst. Afhankelijk van het oordeel van een toetsingscommissie zou het euthanasieverzoek van deze patiënten dan al dan niet kunnen worden uitgevoerd.
Een andere mogelijkheid is dat alleen artsen mogen ingrijpen die voldoende psychotherapeutisch zijn geschoold.
Hoogleraar gezondheidsrecht prof. dr. J. K. M. Gevers benadrukte vrijdag dat de Hoge Raad in het Brongersma-arrest het optreden van de desbetreffende arts had beoordeeld in het licht van de oude euthanasiewet. Was de huidige uit 2002 daterende euthanasiewet al van kracht geweest, dan was de kans op veroordeling in zijn ogen een stuk kleiner geweest.