Bij de algemene politieke beschouwingen vlak na Prinsjesdag stelde een Kamermeerderheid onder aanvoering van CDA-fractievoorzitter Verhagen vast dat burgers een extraatje moeten krijgen als de olieprijs hoger dan 50 dollar per vat zou blijven. Voorwaarde voor die compensatie is wel dat de hoge energieprijzen volgend jaar een verstorend effect hebben op het totale koopkrachtbeeld.Minister De Geus van Sociale Zaken betoogde dinsdag dat het totale koopkrachtbeeld níét wordt verstoord. Uit cijfers van het Centraal Planbureau blijkt zelfs dat de koopkracht ondanks de hoge energieprijzen harder stijgt dan verwacht. Compensatie is daarom niet nodig, aldus De Geus. Zijn collega Zalm van Financiën voegde daar aan toe dat het koopkrachtbeeld wel is verstoord, maar dat er sprake is van een „prettige verstoring”: de mensen krijgen meer te besteden dan voorzien. Zalm betoogde verder dat burgers volgend jaar al meer dan 3 miljard euro lastenverlichting krijgen.

Het CDA, bij monde van vicefractievoorzitter Verburg, bleef dinsdag volhouden dat de gestegen energieprijzen wel degelijk verstorend werken op het koopkrachtbeeld. Bij lagere energieprijzen zouden de burgers er immers nog meer op vooruit zijn gegaan dan nu het geval is. Bovendien is compensatie verantwoord, aldus Verburg. „Door de hoge olieprijzen heeft het kabinet hoge aardgasbaten.”

CDA en D66 dienden daarom een wetswijziging in om alle huishoudens volgend jaar 35 euro tegemoetkoming in de energiekosten te geven. GroenLinks en SGP pleitten er nog voor de arme huishoudens meer te geven dan de rijke.

Het amendement van CDA en D66 komt voor de kerstvakantie in stemming en wordt dan zeker aangenomen. Het kabinet is dan verplicht de wetswijziging, tegen zijn zin, uit te voeren. De ministerraad beraadt zich vrijdag op de ontstane situatie.