Binnenland

Hoog tijd voor richtlijn palliatieve zorg”

ROTTERDAM - Luider en luider klonk de afgelopen maanden de roep om een medische richtlijn voor palliatief handelen. Daarop zette artsenorganisatie KNMG een commissie, onder voorzitterschap van prof. dr. Marian Verkerk (Groningen), aan het werk.

7 December 2005 09:48Gewijzigd op 14 November 2020 03:15

Inmiddels is die met haar werk gereed en kan ze staatssecretaris Ross de richtlijn aanbieden. Hoogste tijd, aldus klinisch ethicus dr. Erwin J. O. Kompanje van het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam.Omdat het gesprek plaatsvindt voor de officiële presentatie van de richtlijn, woensdagmiddag, kan Kompanje nog niet reageren op de inhoud. Wel gaat hij wat punten langs waar de richtlijn in zijn ogen „vrijwel zeker” bij stil zal staan. Voorbeelden zijn de middelen die artsen mogen gebruiken om hun patiënt doelbewust in een diepe slaap te brengen, de doseringen en het stadium waarin ze die mogen toedienen. „Daar moet duidelijkheid over komen, want daar is de richtlijn voor bedoeld.”

De KNMG zal erop wijzen dat palliatieve sedatie alleen mag worden toegepast met het slaapmiddel Dormicum, verwacht Kompanje. „Dat heeft geen bijwerkingen én geen levensverkortend effect.”

Wat het stadium betreft, voorziet de ethicus dat het moet gaan om patiënten in de eindfase van het leven. „Alle symptomen moeten erop wijzen dat de levensverwachting van de betrokken patiënt hooguit nog 1 à 2 weken is. Verder moet het gaan om patiënten die lijden aan onbehandelbare ziekteverschijnselen, met ondraaglijke onrust, benauwdheid, angst of pijn als gevolg.”

De verwachting die Kompanje uitspreekt, berust niet louter op giswerk. „In veel verpleeghuizen en kankercentra functioneren al protocollen en richtlijnen. Die zijn vrij eenduidig en ”evidence based”. Dat laatste wil zeggen dat de doseringen waarmee wordt gewerkt, gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek naar de uitwerking ervan. Daarom verwacht ik dat de KNMG-richtlijn weinig nieuws zal bevatten voor mensen die in dergelijke instanties al met deze richtlijnen werken.”

Wil Kompanje daarmee ook zeggen dat de nieuwe KNMG-richtlijn wat hem betreft overbodig is? „Zeker niet. Voor de medische wereld is het de hoogste tijd om orde op zaken te stellen. De richtlijn moet aangeven: zo zijn onze manieren en zo is dat beredeneerd.”

vraag (u14(Maar wat is het belang daarvan als er in veel verpleeghuizen en kankercentra al conform een dergelijke richtlijn wordt gewerkt?

„Vooral voor artsen en verpleegkundigen in algemene ziekenhuizen is een dergelijke richtlijn van waarde. Zij worden minder vaak geconfronteerd met het overlijden van patiënten dan hun collega’s in hospices, kankercentra of verpleeghuizen. Toch hebben ook zij regelmatig te maken met situaties waarbij ze een behandeling op medische gronden moeten staken. Deze richtlijn geeft dan aan hoe je de patiënt in de stervensfase zo professioneel mogelijk begeleidt.”

Kenmerkend voor een goede vorm van palliatieve zorg is de omkeerbaarheid, aldus Kompanje. „De patiënt kan als het goed is vanuit zijn diepe slaap weer tot bewustzijn worden gebracht, al zal dat gezien het reeds ingezette sterven zelden nodig zijn.”

vraag (u14(Welke artsen zullen er met deze richtlijn worden teruggefloten?
„De afgelopen jaren is diverse keren het vermoeden geuit dat bepaalde artsen hun patiënten in de stervensfase hoge doseringen morfine toedienen in de veronderstelling dat ze daarmee sederen. Als de richtlijn er inderdaad zo gaat uitzien als ik verwacht, moeten zij concluderen dat het onprofessioneel is om dat te doen.”

Een belangrijk nevendoel van de richtlijn is dat de rechterlijke macht er in strafzaken op kan teruggrijpen, zegt Kompanje. „Artsen zullen zich moeten verantwoorden als hun intentie om sedatie toe te passen een andere is dan in de richtlijn zal worden verwoord. Het omgekeerde effect zal hopelijk zijn dat handelen dat overeenstemt met de richtlijn als normaal medisch handelen zal worden gezien.”

Kompanje neemt de term strafzaken niet zomaar in de mond. „Ik verwijs daarbij naar het proces tegen de basisarts Peter Vencken, die na het overlijden van een van zijn patiënten zowel door de inspectie als door justitie is vervolgd op verdenking van moord. Vencken zelf betoogde zijn patiënt 20 milligram morfine en 5 milligram dormicum te hebben toegediend in het kader van palliatieve zorg en is uiteindelijk terecht in het gelijk gesteld door het gerechtshof Den Bosch. De doseringen die hij toediende waren van dien aard dat ze nooit tot de dood hadden kunnen leiden. Had de nieuwe richtlijn al bestaan, dan was er omtrent zijn handelen geen misverstand geweest.”

vraag (u14(Hoe schadelijk is deze strafzaak voor het imago van palliatieve sedatie geweest?

„Uiterst schadelijk, omdat voor sommigen deze sedatie nu ten onrechte een criminele handeling lijkt. Verder kan het erop lijken alsof er tussen euthanasie en sedatie een soort overgangsgebied bestaat en dat is er niet. Het zijn twee aparte werelden. Een patiënt die je geen euthanasie geeft, blijft leven. Een patiënt aan wie je sedatie onthoudt, overlijdt toch, omdat hij al in de stervensfase verkeert.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer