Vlaamse scholieren weten meer dan Nederlandse
Vlaamse scholieren weten meer dan Nederlandse. Dat blijkt uit onderzoek van het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP) en de Universiteit van Gent. Niet meer dan een op de vier Nederlandse scholieren (23 procent) weet waar de zon ondergaat, in Vlaanderen weet 40 procent het juiste antwoord.
Nederlandse kinderen beschikken ook over een geringere woordenschat en boeken minder goede prestaties bij rekenen dan hun Vlaamse leeftijdgenoten. De onderzoekers schrijven dat onderscheid toe aan de verschillen in het onderwijssysteem. Dat blijkt in Vlaanderen op het gebied van algemene intelligentie effectiever.
Nederlandse scholieren kunnen beter improviseren en geven op elke waarom-vraag een uitvoerig antwoord, terwijl Vlaamse kinderen vaak eenvoudig zeggen dat ze het niet weten.
Nederland en België hebben samen gewerkt aan de ontwikkeling van de nieuwe IQ-test, de WISC-III. Voor tests van kinderen van 6 tot 16 jaar wordt de Wechsler Intelligence Scale for Children (WISC) wereldwijd gebruikt. De laatste Nederlandstalige versie dateerde echter van 1986.
„Gezien de toenemende scholingsgraad en betere opleiding was die test niet langer bruikbaar”, aldus E. Kompaan van het NIP, die voorzichtig zegt dat kinderen steeds intelligenter worden. Tijdens het gebruik is de gemiddelde score van de leerlingen tien punten gestegen.
Uit het onderzoek blijkt weinig verschil tussen jongens en meisjes. Wel scoren ze verschillend op deelgebieden. Zo hebben jongens meer feitenkennis, zijn ze beter in rekenen en ruimtelijk denken. Meisjes slaan sneller informatie op en zijn zorgvuldiger. Dat jongens meer gericht zijn op exacte vakken en meisjes beter in talen, is volgens P. Verhaeghe van de Univerisiteit van Gent achterhaald. Wel is het opvallend dat het oudste kind in een gezin doorgaans een hoger IQ heeft dan de broers of zussen.