„Zwalkende koers bij beoordeling reclame”
De Reclame Code Commissie (RCC) vaart een „zwalkende” koers als het gaat om de beoordeling van klachten over religieus getinte reclames.
Dat stelt juriste mr. E. Venekatte, die morgen aan de Universiteit Twente promoveert op een proefschrift over het beleid van de Reclame Code Commissie. Ze onderzocht alle zaken uit de periode 1982-2000, in totaal 6000 dossiers.
De beoordeling van religieus getinte reclames is „niet helder”, constateert Venekatte. De ene keer vindt de RCC dat een reclame-uiting waarin de draak wordt gestoken met religieuze symbolen wel door de beugel kan, de volgende keer oordeelt de commissie weer anders.
Venekatte geeft een voorbeeld. „Albert Heijn adverteerde in de Stille Week voor Pasen met een fles wijn, genaamd chateau neuf du pape (pape is Frans voor paus). Daarbij stond een kurkentrekker in de vorm van een kruis afgebeeld. De commissie vond dat nodeloos kwetsend. In een reclame voor een toneelstuk was een lam met een doornenkroon op een kruis gespijkerd. Dat achtte de RCC wel weer aanvaardbaar. Voor een supermarkt en de maker van een toneelstuk gelden dus kennelijk verschillende criteria.”
Ook bij de beoordeling van seksueel getinte reclames trekt de RCC geen duidelijke lijn, ontdekte Venekatte. „Tot 1995 had de commissie weinig moeite met blootreclames, mits het geen porno betrof. In 1996 moest bloot ineens functioneel zijn, anders kon het niet door de beugel. En in de jaren daarna zat de commissie weer op de lijn dat bloot in reclames maatschappelijk aanvaardbaar is, als het maar niet expliciet duidt op geslachtelijk verkeer. Die ommedraai heeft de commissie nooit toegelicht.”
De directeur van de Stichting Reclame Code, waaronder de RCC valt, was niet bereikbaar voor commentaar.