Kabinet unaniem tegen compensatie energie
DEN HAAG (ANP) – Het kabinet vindt unaniem dat de burgers volgend jaar niet gecompenseerd hoeven te worden voor de gestegen energiekosten, omdat de koopkracht voor iedereen beter blijkt uit te vallen dan eerder gedacht.
Minister Zalm van Financiën heeft dat vrijdag gezegd na de ministerraad. Donderdag werden premier Balkenende en de meest betrokken ministers het hierover al eens.
Een meerderheid in de Tweede Kamer, waaronder de regeringspartijen CDA en D66, vinden dat er wel compensatie moet komen. „Maar ik denk dat we goede argumenten hebben om de Kamer te overtuigen", zei Zalm.De Kamer drong er in september op aan de burgers iets extra’s te geven als de olieprijzen hoger zouden uitvallen dan de 50 dollar per vat die het Centraal Planbureau toen raamde. Inmiddels komt het planbureau uit op 55 dollar per vat, maar het voorziet niettemin voor 2006 een betere koopkrachtontwikkeling dan op Prinsjesdag. Het kabinet vindt compensatie daarom niet nodig.
Maar een Kamermeerderheid, onder aanvoering van CDA–fractievoorzitter Verhagen, redeneert dat de koopkracht zonder de dure olie nóg beter zou zijn geweest. Ze wil daarom dat het kabinet toch over de brug komt. Dinsdag debatteert de Kamer hierover met minister De Geus van Sociale Zaken.
VVD’er Zalm rekende vrijdag voor dat het schrappen van het bedrag van 52 euro dat huishoudens moeten meebetalen aan het opwekken van duurzame energie, de schatkist 350 miljoen zou kosten. „Ik heb op de website van het CDA gelezen dat de staatsschuld in 25 jaar afgelost moet worden. Dit lijkt me niet de manier om dat te bereiken", zei Zalm.
Ook De Geus zei vrijdag verbaasd te zijn dat zijn partijgenoot Verhagen blijft vasthouden aan koopkrachtreparatie, terwijl uit de cijfers blijkt dat alle huishoudens volgend jaar beter af zijn dan op Prinsjesdag werd voorspeld.
Premier Balkenende toonde zich vrijdag verheugd over de cijfers. „We zijn blij met het gunstigere beeld dan dat we in september nog konden bevroeden. Over de hele linie zijn er plussen". Hij wilde niet vooruitlopen op de botsing met het parlement komende dinsdag. „Debatteren doen we in de Kamer, niet in de media".