Binnenland

Trekvogels beschermen tot in Afrika

BEEK–UBBERGEN (ANP) – Rijk, boeren, natuurbeheerders en vogelaars kunnen hun uiterste best doen het de bedreigde vogels in Nederland naar de zin te maken. Voor trekvogels is dat echter niet altijd genoeg, betoogt Ruud Foppen van Sovon Vogelonderzoek Nederland. Ook een goede overwinteringsstek bepaalt mee of het goed gaat met de grasmus, rietzanger en grauwe vliegenvanger.

25 November 2005 14:52Gewijzigd op 14 November 2020 03:13

„Een droog jaar in de Sahel heeft veel effecten op sommige van onze vogelsoorten", meldt onderzoeker Foppen aan de vooravond van de landelijke Sovon–dag, die in het teken van de zogenoemde ’Afrikagangers’ staat. Op die bijeenkomst zal hij zaterdag onder de titel “35 jaar na de Sahelcatastrofe” de resultaten van zijn onderzoek presenteren en pleiten voor meer studie.Foppen vergeleek de afgelopen jaren de stand van de Nederlandse vogels die in Afrika overwinteren, met de weersomstandigheden in die zuidelijke oorden tussen 1960 en nu. De uitkomsten daarvan vragen in zijn ogen om meer onderzoek. „We moeten nog veel meer weten, bijvoorbeeld waar de vogels overwinteren en wat ze daar doen".

Als voorbeeld draagt hij de zogenoemde Sahelcatastrofe aan, een periode begin jaren zeventig waarin het Sahelgebied in West–Afrika enkele opeenvolgende jaren getroffen werd door grote droogte. Gelijktijdig kregen Nederlandse trekvogels die daar overwinteren, het moeilijk. Na onderzoek bleek dat de droogte daar slechts bepaalde soorten als de grasmus, purperreiger en rietzanger trof. „Moerasvogels", verduidelijkt Foppen, die door de droogte niet meer hun vertrouwde moerassen aantroffen in West–Afrika.

Met die vogelsoorten gaat het inmiddels weer stukken beter, maar andere soorten moeten nu de klappen incasseren. De aantallen grauwe en bonte vliegenvangers, gekraagde roodstaarten en tuinfluiters bijvoorbeeld lopen de laatste tien tot vijftien jaar gestaag terug, stelt de Sovon–onderzoeker. Dit zijn juist veelal bosvogels.

Waar die teruggang aan te wijten is, is vooralsnog niet bewezen. Foppen heeft zijn vermoedens: de afgelopen tien jaar is van Ghana tot Kameroen voor wegen, landbouw en bouwprojecten „25 procent van het natuurlijke bos verdwenen". Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO–KNAW) houdt er rekening mee dat klimaatveranderingen hierin een rol spelen. Door de opwarming van de aarde keren de trekvogels op het verkeerde moment terug in Nederland. Ze lopen hierdoor de voedselpiek voor hun jonge kuikens mis, luidt de theorie.

Gezien deze onzekerheden vindt Foppen dat meer onderzoek naar de Afrikagangers nodig is. Daarbij moet gekeken worden naar de leefomstandigheden hier en in het zuiden. Want naast infrastructuur of klimaatveranderingen kunnen ook andere factoren als het spuiten van pesticiden in de landbouw effect hebben. Boeren in Noord–Afrika spuiten bijvoorbeeld flink gif om de sprinkhanenplagen te bestrijden.

Volgens de Sovon–onderzoeker zijn er tal van nieuwe technieken als het volgen van de vogels met behulp van satellieten om een beter beeld van de trekvogels te krijgen. Want hoe goed Nederland zijn best ook doet voor de vogels, zonder goede overwinteringsoorden hebben maatregelen hier ook minder zin. Met meer gegevens kan de vogelbescherming „meer gericht" werken en de beschikbare gelden „efficiënter" gebruiken, meent Foppen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer