Economie

Miljoen Zeeman-rompertjes per jaar

Het Zeeman-blauw-geel dat van de winkels afspat, is niet meer weg te denken uit het straatbeeld. En figuurlijk gezien ook niet meer uit de garderobekast van het gros van de Nederlanders. „Er worden jaarlijks 200.000 baby’s geboren en wij verkopen ongeveer 1 miljoen rompertjes. Dan weet je het dus wel.”

17 June 2002 08:44Gewijzigd op 13 November 2020 23:37
ZEIST - Op koopjesjacht bij Zeeman. De bekende textielsuper viert dit jaar het 35-jarig bestaan. „Er worden jaarlijks 200.000 baby’s geboren en wij verkopen ongeveer 1 miljoen rompertjes. Dan weet je het dus wel.” - Foto RD,Anton Dommerholt
ZEIST - Op koopjesjacht bij Zeeman. De bekende textielsuper viert dit jaar het 35-jarig bestaan. „Er worden jaarlijks 200.000 baby’s geboren en wij verkopen ongeveer 1 miljoen rompertjes. Dan weet je het dus wel.” - Foto RD,Anton Dommerholt

Directeur P. Schouwenaar werkt in de geest -zoals dat tegenwoordig zo mooi heet- van oprichter en grootaandeelhouder Jan Zeeman. „Onze textielsupers bieden veel voor weinig. Waarom zou ik van dat concept afwijken als blijkt dat het werkt?”

De onderneming met het logo van Koos Matroos bestaat 35 jaar en is met 670 winkels in Nederland, Duitsland, België en Frankrijk, waar jaarlijks bijna 40 miljoen klanten over de vloer komen, een grote Europese speler geworden. De omzet bedroeg vorig jaar 277 miljoen euro. Jaarlijks gaan er ongeveer 2 miljoen paar sokken de deur uit en miljoenen panty’s en damesslips, om maar eens wat te noemen. „Alles gaat hier in het groot. Dat is tegelijkertijd onze kracht”, aldus Schouwenaar.

Jan Zeeman, afkomstig uit een ondernemersfamilie, opende in 1967 met weinig geld op zak zijn allereerste textielwinkel in Alphen aan den Rijn. „In het begin werd er nog gewoon vanachter de toonbank verkocht”, weet Schouwenaar. Het motto van de oprichter -textiel en basiskleding tegen lage prijzen- heeft de Zeeman Groep nooit verloochend. De winkels kennen een sobere inrichting. Textiel en kleding wordt voor het grootste gedeelte op verkooptafels uitgestald. Het assortiment is in alle vier landen hetzelfde.

Met een eigenzinnigheid die in hedendaagse organisaties hoogstwaarschijnlijk niet meer zou werken, breidde Jan Zeeman zijn imperium uit. Klap op de vuurpijl was begin jaren tachtig de overname van 180 winkels van Loek Brons. Het fenomeen textielsuper zag het licht.

Eindeloos overleggen over strategisch management was er niet bij. Jan Zeeman durfde snel besluiten te nemen en nam de verantwoordelijkheid daarvoor op zich. Als tegenprestatie vroeg hij de mensen om zich heen zich niet al te veel met zijn zaakjes te bemoeien. Daar kon hij -zacht gezegd- slecht tegen.

Schouwenaar -afkomstig van Vendex KBB, waar hij verantwoordelijk was voor de Kijkshop- nam in 1999 het roer over van de toen 56-jarige Jan Zeeman. Die wilde wel toegeven dat het bestieren van een zo snel groeiende keten gebaat was bij een andere manier van leidinggeven. Naar verluidt bezit Jan Zeeman 80 procent van de aandelen. Het zittende management -naast Schouwenaar nog vier directieleden- heeft de rest van het belang in handen. „We hebben nog regelmatig contact. Jan Zeeman is een topondernemer. Als wij van zijn kennis kunnen profiteren, doen we dat graag.”

Efficiënt werken is het credo van de huidige directeur. „Wat je per mail kunt doen, hoeft niet per telefoon. En wat geautomatiseerd kan worden, wordt geautomatiseerd.” Op het hoofdkantoor werken tachtig mensen, het distributiecentrum en de transportgroep zijn goed voor honderd man. Schouwenaar probeert een openheid uit te stralen die bijna on-Zeemans aandoet. Na zijn aantreden kwam de Zeeman Groep plotseling met (half)jaarcijfers naar buiten. Eén dag per week bezoekt hij winkels. „Het personeel mag me gewoon aan mijn jas trekken en zeggen: Jij doet het helemaal verkeerd. Graag zelfs. Ik merk dat je mensen met openheid en eerlijkheid aan je onderneming kunt binden. Dat geldt ook voor klanten.”

Tot het begin van de jaren negentig had Zeeman bepaald geen flitsend imago. Ietwat overdreven: kinderen weigerden de supermarktkleding aan te trekken uit angst voor pesterijen van vriendjes en ouderen stopten het Zeeman-tasje schielijk onder de jas. Die tijd is voorgoed voorbij, weet Schouwenaar zeker. „Discounting is in de mode. Kijk maar naar Aldi en Lidl. Het is een trend om daar te kopen. Het getuigt van slimheid.”

Zeeman lift mee op de prijsbewustheid van consumenten. „Mensen schamen zich niet meer voor de Zeeman. Er gaan bij ons meer draagtasje de deur uit dan wij via onze omzetgroei kunnen verklaren.” Zelfs draagt de directeur Zeeman-ondergoed, Zeeman-sokken en Zeeman-stropdassen. „Mijn vrouw is vaste klant en mijn kinderen van 12 en 8 jaar doen er niet moeilijk over.”

Is ook niet nodig, vindt Schouwenaar. „We zijn weliswaar geen trendsetter als het om mode gaat, maar doen wel mee als er een brede vraag naar iets ontstaat. Blousjes met ruches bijvoorbeeld zijn in heel Europa in trek. Die staan dus in onze nieuwe folder die deze week uitkomt. Je hebt een probleem als je dat soort trends mist.” Zeeman laat veel kleding in Azië produceren. Voor het snelle, modegevoeliger werk wijkt de textielreus uit naar landen als Turkije. „We hebben het dan binnen vijf weken in de winkels liggen.”

De opmars van Zeeman gaat onverminderd door. Het concern streeft naar een gemiddeld groeitempo van één nieuwe winkel per anderhalve week. „Er zijn kansen genoeg. Eind 2007 hopen we op duizend textielsupers te zitten.” Zeeman hanteert hierbij het principe van de olievlekwerking, al is groei geen doel op zich. „We zitten nu in vier landen, waarbij heel Frankrijk nog zo ongeveer leeg is. Op het moment dat we verder kijken, zal dat in aanpalende landen zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer