Ook voor de medeplichtigheid aan een overval op een Edahsupermarkt in 2004 werd hij vrijgesproken. Het hof is overtuigd van de terroristische intenties van Samir A. „De verdachte koestert niet alleen sympathie voor terroristische acties zoals bomaanslagen, maar geeft dat door werving van strijders ook handen en voeten”, aldus het hof. Maar hij had daar nog geen middelen voor en vormde daarom nog geen bedreiging van betekenis. Volgens de raadsheren zou men Samir A. daarom eigenlijk alleen kunnen veroordelen voor zijn gedachten en intenties; iets dat volgens de wet verboden is.Het hof kwalificeerde de voorbereidingen van A. als zeer onbeholpen en primitief. „Een echte bedreiging ontbrak; de verdachte stond nagenoeg met lege handen.” Hij beschikte over een blik kunstmestkorrels, een citroenflesje met vloeistof, een zak kunstmest, een fles brandspiritus, een kerstboomlampje en een elektrische schakelaar, een geel citroenflesje met kunstmestkorrels, een lampje en bedrading.

De behandeling van het hoger beroep in deze zaak werd uit veiligheidsoverwegingen in de extra beveiligde rechtszaal in Amsterdam-Osdorp gehouden. Het hof deed ook de uitspraak op deze locatie. De rechtbank in Rotterdam sprak Samir A. in april ook al vrij in deze zaak. Ook deze rechters concludeerden dat er onvoldoende bewijs was.

Aanklager G. Haverkate had tijdens de behandeling van dit hoger beroep nadrukkelijk betoogd dat de verdachte de intentie had aanslagen te plegen. Hij wees onder meer op de zelfgemaakte plattegronden en schetsen voorzien van aantekeningen, die bij Samir A. werden gevonden. Daaruit bleek dat de terreurverdachte specifieke doelen op het oog had. Het ging onder meer om de Tweede Kamer, de kerncentrale in Borssele, Schiphol, het ministerie van Defensie en het gebouw van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) in Leidschendam.

Ook wees de advocaat-generaal erop dat bij de huiszoeking bij Samir A. materialen zijn gevonden waaruit duidelijk blijkt dat hij een explosief wilde maken. Dat een deel van dit materiaal „ondeugdelijk” bleek voor het maken van een bom, doet niets af aan zijn intenties, constateerde Haverkate.

De intenties waren voor het gerechtshof dus ook wel duidelijk en overtuigend. Alleen kunnen die volgens dit hof op zichzelf dus niet tot een veroordeling leiden. „Dat heeft de wetgever juist uitdrukkelijk willen uitsluiten.”

Samir A. blijft nog wel vastzitten, omdat er een nieuw onderzoek tegen hem loopt. Justitie verdenkt hem nu van voorbereiding van moord op politici en voorbereiding van een bomaanslag op het hoofdkwartier van de AIVD, samen met zes handlangers.

Vanuit de politiek is met teleurstelling op de vrijspraak gereageerd.