De 53-jarige schooldirecteur, destijds ook VVD-raadslid in Veenendaal, werd in februari aangehouden nadat de politie ruim 200 afbeeldingen en diverse filmfragmenten met kinderporno op een computer in zijn woning aantrof. Het betrof voornamelijk afbeeldingen van poserende pubers. Via een uitwisselingsprogramma hadden andere internetters ook toegang tot de plaatjes.Volgens de Veenendaler was hij op internet naar porno gaan zoeken nadat hij in de knoop was geraakt met zijn eigen seksuele identiteit. Uiteindelijk begon hij steeds meer extreme vormen van seks te downloaden, waaronder ook kinderporno. Hij zou daarmee uit nieuwsgierigheid zijn begonnen.

Van een specifieke pedofiele belangstelling was bij de verdachte geen sprake, concludeerde een psycholoog die met W. na zijn aanhouding heeft gesproken. Zijn advocaat benadrukte ook de geringe hoeveelheid kinderporno in de verzameling van zijn cliënt. „Slechts 1,3 procent van de aangetroffen porno was kinderporno”, aldus raadsman mr. J. van Dijk.

De Veenendaler zei zelf dat hij zich destijds de ernst niet realiseerde van het verzamelen van kinderporno. Na zijn aanhouding is hij in therapie gegaan bij een forensisch-psychiatrische instelling in Utrecht, waar hij wekelijks aan groepsgesprekken deelneemt om meer inzicht in zijn gedrag te krijgen. Volgens de psycholoog was de man licht verminderd toerekeningsvatbaar door een stoornis in zijn impulsbeheersing.

Omdat er volgens de gedragsdeskundige een recidivekans bestaat, pleitte officier van justitie mr. T. Pastoor voor verplicht reclasseringstoezicht als bijzondere voorwaarde bij de voorwaardelijke celstraf. De aanklaagster vond dat de man als schooldirecteur een voorbeeldfunctie had, maar in haar eis hield ze ook rekening met de gevolgen die de aanhouding, privé en maatschappelijk voor de Veenendaler en zijn gezin heeft gehad. De man is ontslagen en zit ook niet meer in de gemeenteraad.

Advocaat Van Dijk pleitte voor een voorwaardelijke straf en een geldboete. Hij vond dat in de strafmaat rekening moet worden gehouden met het feit dat het vooral om afbeeldingen van oudere, poserende kinderen ging en met het feit dat de Veenendaler zelf in therapie is gegaan.

Bovendien was er volgens de raadsman ook sprake van een „traumatische gebeurtenis” voor het gezin van zijn cliënt. „De zaak is lang en breed in de media uitgelicht.” Van Dijk benadrukte dat de Veenendaler zelf geen ontuchtige handelingen met kinderen heeft gepleegd.

Uitspraak 1 december.