Dat stelt psycholoog drs. M. Hoeve van het Nederlands Studiecentrum voor Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) in Leiden. Hoeve vergeleek de gegevens van 144 onderzoeken naar crimineel gedrag onder met name pubers. Ze presenteert de uitkomsten van haar onderzoek donderdag op het Nationale Gezinssymposium aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.Volgens Hoeve is er nooit eerder een grote overzichtsstudie gedaan naar de relatie tussen opvoedingskenmerken en delinquent gedrag. Het laatste vergelijkbare onderzoek naar opvoeding en criminaliteit dateert uit 1986. „Sindsdien zijn opgroeiende kinderen erg veranderd en de opvoeding in het algemeen ook. Het was dus tijd voor een frisse blik.”

De psychologe stelt dat tot nu toe steeds is aangenomen dat opvoedingsproblemen vooral delinquent gedrag bij jongens veroorzaken. Cijfers tonen nu echter aan dat meisjes die het verkeerde pad op gaan een vergelijkbare opvoedingsachtergrond hebben.

Te grote toegeeflijkheid van ouders is, in tegenstelling tot de heersende mening, niet zo belangrijk als het kind zich schuldig heeft gemaakt aan licht delinquent gedrag zoals spijbelen. Maar jongeren die te vaak hun zin krijgen van hun ouders blijken zich wel vaker dan anderen schuldig te maken aan ernstig crimineel gedrag, zoals zedendelicten of mishandeling, zegt Hoeve.

„Opvallend is dat dit pas is gebleken na bestudering van officiële politie- en justitierapporten. Uit eigen rapportages van de adolescenten kwam dat niet naar voren. Zij geven veel minder ernstig delinquent gedrag aan. Dat heeft misschien veel te maken met schaamte over hetgeen is gebeurd.”