Transportcommissaris Loyola de Palacio gaf donderdag hoog op van de invoering van de digitale tachograaf als een belangrijke stap vooruit in het wegtransport. Die vooruitgang geldt zowel voor de veiligheid op de Europese wegen als voor de arbeidsomstandigheden van de vrachtwagenchauffeurs.

De nieuwe tachografen houden bij hoe lang, hoe ver en hoe snel er is gereden. Elke chauffeur krijgt een ”smart card”, die hij altijd bij zich moet hebben en die 28 dagen rij- en rustgedrag bevat. De tachograaf zelf houdt een jaar lang alle gegevens vast.

Het Nederlandse wegvervoer noemt de digitale tachograaf echter allesbehalve ideaal. Volgens Leon Ceelen, secretaris goederenvervoer van het Koninklijke Nederlandse Vervoer (KNV), had die moderne tachograaf allang ingevoerd moeten zijn, maar waren er tal van technische problemen om een waterdicht systeem te vinden „waarmee je niet kunt manipuleren.”

Bovendien zullen nieuwe vrachtwagens over twee jaar die apparaten aan boord moeten hebben, „maar andere pas als de oude tachograaf kapot gaat.” Ceelen wijst ook op de hoge kosten van ruim 900 euro, al verwacht hij dat die de prijs op termijn zal zakken.

Volgens de KNV-man mag er dan dankzij spitstechnologie moderne controle komen op de rijtijdenregeling, een uniform sanctiebeleid ontbreekt ten enenmale in de Europese Unie. Er zijn grote verschillen in boetes. „In Nederland is sprake van een economisch delict, in Duitsland is het iets anders en in Italië bestaat er naar verluidt zelfs geen controleorgaan.”

Er zijn wel voorstellen gedaan inzake controle en sancties, maar hoe die controle moet worden uitgevoerd en welke sancties mogelijk zijn, wordt opengelaten. Ceelen: „Dit geeft een soort schijnuniformiteit.”