Waarschuwing voor verliefde huisarts
Een huisarts heeft van het regionaal tuchtcollege in Groningen een waarschuwing gekregen, omdat hij arts bleef voor een gezin terwijl hij jarenlang in het geheim met de vrouw des huizes een relatie had. De intieme relatie begon begin 1996, met een tussenpauze in 1997, waarna de huisarts in 1998 met de vrouw is gaan samenwonen nadat zij was weggegaan bij haar man.
De inmiddels ex–man heeft de klacht ingediend bij het tuchtcollege. Hij vindt dat de huisarts geen normbesef heeft getoond en fout heeft gehandeld door op te blijven treden als huisarts. De arts heeft in 1997 zelfs nog de bevalling gedaan van het jongste kind van het toen nog getrouwde stel.
Het college geeft de ex–echtgenoot in dat laatste gelijk. Maar volgens de uitspraak van het tuchtcollege, gepubliceerd in Medisch Contact, staat de verliefdheid van een arts op zich niet ter discussie. „Ook artsen mogen verliefd worden en een relatie aangaan. Vraag is, hoe zij daar uit professioneel oogpunt mee behoren om te gaan.”
Het college meent dat hij niet meer als huisarts had moeten optreden voor de echtgenoot en de kinderen van zijn heimelijke geliefde, omdat hij ook voor hen een bijzondere vertrouwenspositie innam. „Door de liefdesrelatie zal de huisarts zich tegenover hen niet vrij en op zijn gemak voelen als medische hulp nodig is, zodat er een onbalans ontstaat die niet strookt met de zuivere uitoefening van de geneeskunst.”
De verliefde huisarts had de arts–patiëntrelatie moeten verbreken zodra sprake was van een voortdurende relatie. Op welke wijze en onder welk voorwendsel dat had moeten gebeuren, geeft het college niet aan. Dat is een zorg van de arts zelf.