Prenatale test schiet doel voorbij
AMSTERDAM - Niet alle zwangere vrouwen die een prenatale screening krijgen aangeboden, kunnen voor zichzelf goed bepalen of ze daar wel of niet aan mee moeten doen.
Dat blijkt uit onderzoek van drs. M. van den Berg van het VU Medisch Centrum onder 3000 zwangere vrouwen, die bij 44 verloskundige praktijken een test kregen aangeboden.Van den Berg stelde vast of ze beschikten over alle relevante informatie over de screening en of het meedoen aan de screening was gebaseerd op een zorgvuldig en weloverwogen besluit. Ook ging hij na of het al dan niet meedoen aan zo’n test overeenstemde met de persoonlijke waarden van de vrouw.
Een goed geïnformeerd besluit kan volgens Van den Berg pas worden genomen wanneer aan al deze drie criteria is voldaan. Bij 51 procent van de onderzochte vrouwen was dat niet het geval. „Uit interviews blijkt bijvoorbeeld dat de uiteindelijke afweging over de screening bij een op de vijf vrouwen niet overeenstemt met hun eigen opvattingen. Dat wil zeggen: dat ze óf geen bezwaar hebben tegen een test maar er toch van af zien, óf er wel bezwaar tegen hebben, maar hem toch ondergaan.”
Dat laatste, wel bezwaar hebben maar toch meedoen, zou er volgens de onderzoeker op kunnen wijzen dat het uiteindelijke besluit onder sociale druk is genomen. „Mijn aanbeveling is dan ook dat verloskundigen proberen na te gaan of een zwangere vrouw datgene kiest wat ze ook wil.”
Minder dan de helft van alle vrouwen die de prenatale screening kregen aangeboden, namelijk 46 procent, besloot overigens daar gebruik van te maken. Nieuwsgierigheid kwam -naast het kennis verkrijgen over de gezondheid van de foetus- daarbij naar voren als het meest genoemde motief.