Werelderfgoed omstreden op Texel
OUDESCHILD - Niemand weet precies wat de gevolgen zijn. Toch staan vissers en natuurliefhebbers op Texel lijnrecht tegenover elkaar. De poging om het Waddengebied uit te roepen tot werelderfgoed roepen op voorhand vooral veel emoties op.
Een lichte bries golft over het eiland. In het haventje van Oudeschild schommelen tien, twaalf kotters onrustig in de touwen. Een oude visser is bezig de netten op de TX 25 te repareren. Meeuwen scheren laag over het water in de hoop een vers visje te kunnen verschalken.De TX 35 stoomt de haven binnen. Tientallen toeristen keren terug van een tripje Wadden. Zeehonden kijken, garnalen vangen of gewoon lekker uitwaaien aan boord. Het natuurgebied trekt jaarlijks tienduizenden vakantiegangers en dagjesmensen. De wachttijden voor het veer naar Den Helder bedragen op deze vrijdag een uur.
De plannen om het Waddengebied, hún gebied, uit te roepen tot werelderfgoed stuiten op fel verzet van vissers. Luidruchtig keren vader en zoon Blom zich in de kombuis van de Everdina tegen de plannen. „Dit is de zoveelste poging om de visserman aan banden te leggen”, fulmineren Dirk-Albert en Albert-Ares.
De vissers vrezen een inperking van hun vrijheden. „Wij krijgen allerlei regels opgelegd die nergens op slaan.” De beroepsgroep heeft een diepgeworteld wantrouwen tegen biologen en ambtenaren uit Den Haag. „Wij mogen straks niets meer, terwijl zij alles mogen. Die groene jongens willen de hele Waddenzee afsluiten. Wij worden weggepest.” Het verbannen van de kokkelvisserij uit de Waddenzee is voor de vissers een teken aan de wand.
Volgens directeur Just van den Broek van natuurexpositiecentrum Ecomare is deze angst voorbarig. „Ik kan me de zorg onder de vissers voorstellen, maar hun angst is niet gegrond.” Van den Broek ontkent dat de status van werelderfgoed tot doel heeft de visserij aan banden te leggen. „Misschien moeten we kijken in welke gebieden visserij niet gewenst is. Maar ook over twintig jaar moeten er mogelijkheden voor de visserij zijn.”
De vissers hebben er weinig vertrouwen in. „Het ministerie van LNV zegt: „Jullie hoeven je geen zorgen te maken over die werelderfgoedstatus. Het heeft voor jullie toch geen consequenties.” Wij plaatsen daar echter grote vraagtekens bij. Het ministerie maakt nu afspraken. Straks zit er andere mensen die nergens meer van weten. Die ambtenaren houden zich nooit aan hun woord. Nooit.”
De Wadden verdienen bescherming, daar zijn zowel biologen als vissers het roerend over eens. Over de uitwerking van dat gezamenlijke uitgangspunt botsen de meningen direct. „Internationaal gezien is dit zo’n uniek gebied, dat moeten we met z’n allen goed beschermen. Door zo’n status onderstrepen we dat nog eens extra. Het is goed voor de Wadden. Er zijn internationaal niet zo veel van dit soort waardevolle natuurgebieden.”
De vissers wijzen erop dat het gebied op dit moment al voldoende is beschermd door vele wettelijke regelingen, de Natuurbeschermingswet, de Planologische Kernbeslissing en de Habitatrichtlijn. „Bovendien vormen de activiteiten van de vissers geen bedreiging van het gebied”, aldus vader en zoon Blom. „Wij vernachelen de Wadden niet. Kijk maar naar de geschiedenis. De visserman heeft altijd voor de Wadden gezorgd, het gebied ligt er prachtig bij.”
De Ecomare-directeur is niet overtuigd. „Er is geen sprake van een goed beheer van het Waddengebied. Het is altijd een getouwtrek tussen belanghebbenden. Ze houden elkaar in de greep, waardoor er niets goed tot stand komt.” Bovendien is de regelgeving een lappendeken aan postzegels. Op elk stukje geldt weer een andere richtlijn. Er is sprake van een enorme versnippering. Het is goed om daar een algemeen geldende status overheen te leggen. Daar is het gebied te belangrijk voor. Zeker omdat het Waddengebied zich van Nederland uitstrekt naar Duitsland en Denemarken.”
Opvallend is dat zowel voor- als tegenstanders geen idee hebben welke consequenties de toekenning van de status van werelderfgoed voor het natuurgebied heeft. Blom: „Niemand weet het.” Van den Broek: „Volstrekt onduidelijk.”
Van den Broek erkent dat de bescherming van de Wadden door de status werelderfgoed beperkt is. „Werelderfgoed is niet hét instrument, maar het kan wel als een katalysator werken. Iedereen moet er nog eens van doordrongen worden dat de versnippering van het gebied doorbroken moet worden. Het kan een impuls geven. Er wordt al aan duurzaamheid gewerkt, maar het gaat zo langzaam.”
De vissers blijven sceptisch. „Een beetje extra bescherming is prima. Maar wij moeten wel kunnen blijven eten. Vissen is onze broodwinning. Een visserman heeft geen tijd om urenlang in allerlei commissies te gaan zitten bakkeleien. Wij moeten hard werken om ons hoofd boven water te houden. De prijzen voor garnalen zijn al twintig jaar hetzelfde, maar de kosten zijn in een halfjaar tijd verdubbeld.”
Dit is het derde deel in een serie naar aanleiding van de Waddenconferentie die op 2 en 3 november wordt gehouden op Schiermonnikoog.