Lockhorst blijft Sliedrecht geld kosten
SLIEDRECHT - Het zalencentrum De Lockhorst in Sliedrecht blijft de gemeente geld kosten. De PvdA heeft voorgesteld om zelfs al voor 2007 geld apart te houden.
Het zalencentrum heeft forse aanloopverliezen geleden. De gemeente had bij de start van het zalencentrum voor de eerste vijf jaar al een miljoen euro beschikbaar gesteld om de aanloopverliezen te dekken. Onlangs bleek dat dit niet voldoende was en dat er geld bij moest. Op dit moment wordt geprobeerd een commerciële exploitant te vinden die het zalencentrum met bijbehorend zwembad en sporthal wil overnemen. De onderhandelingen hierover hebben plaats achter gesloten deuren.In de programmabegroting 2006, waar donderdagavond in de commissie burger en bestuur over gesproken werd, heeft het college een bedrag van 277.000 euro opgenomen als subsidie voor het komende jaar.
Maar volgens J. Lavooij, fractievoorzitter van de PvdA, is dit niet voldoende. „De extra subsidie is alleen voor 2006 veilig gesteld. Als de huidige plannen doorgaan zal er in elk geval ook in 2007 extra moeten worden toegelegd”, aldus Lavooij.
In de Sliedrechtse begroting staat nog een bedrag open van 526.000 euro voor incidenteel nieuw beleid. Lavooij stelt voor om „er nu de voorkeur voor uit te spreken dit deels aan te wenden voor de extra subsidie aan De Lockhorst voor in elk geval het jaar 2007. Dit is behoorlijk belangrijk voor het voortbestaan van De Lockhorst.”
Andere partijen ondersteunen het voorstel van Lavooij. Volgens G. J. Visser-Schlieker (Pro Sliedrecht) zou het niet reserveren van geld voor 2007 hetzelfde zijn als „jezelf voor de gek houden. Als wij geen geld apart zetten, rekenen we onszelf rijk.”
Ook J. P. Tanis (SGP/CU) gaf na de vergadering desgevraagd aan dat zijn partij extra geld over heeft voor De Lockhorst in 2007. „Een bedrag noem ik niet. Dat zou je onderhandelingspositie alleen maar kunnen ondermijnen.”
G. van Dijk (VVD) stond eveneens positief tegenover het voorstel van de PvdA. „Ik wil geen tweede Bonkelaar”, aldus Van Dijk, waarmee hij refereerde aan het debacle in de jaren ’90 met theater de Bonkelaar, dat door financiële problemen uiteindelijk de deuren moest sluiten.