Antillianen hebben last van slachtofferfobie
ROTTERDAM – De Rotterdamse deelgemeente Charlois is opnieuw opgeschrikt door een groepsverkrachting. Acht minderjarigen zouden een 13–jarig meisje hebben verkracht. Het zijn jonge Antillianen.
Lionel Martijn maakt zich er zorgen over. De portefeuillehouder Welzijn van Charlois is zelf Antilliaan en maakt de problemen van de Antilliaanse gemeenschap in Rotterdam van nabij mee. „Je bent bezig met ontwikkelingwerk in je eigen stad", zegt hij in het deelgemeentekantoor. Rotterdam telt 20.000 Antillianen en Arubanen. Van hen zijn er 2000 met de politie in aanraking geweest. In Rotterdam–Zuid wonen de meeste Antillianen.Vorige maand doken alarmerende berichten op over bendevorming op Zuid. Politie en gemeente hebben daarop een onderzoek laten uitvoeren naar dit verschijnsel. Het rapport is nog niet klaar. Martijn kent de problematiek. De deelgemeente heeft zelf al eens de groepen in beeld gebracht. „Ik wil niet over bendes spreken, zoals je die in de Verenigde Staten hebt. Antillianen dulden geen leiderschap. Aansturing van een bende is er dus niet. Het gaat om het resultaat", aldus de portefeuillehouder.
Uit het eigen onderzoek kwam bijvoorbeeld de Ford–groep in beeld. De leden specialiseerden zich in het stelen van auto’s van het merk Ford, voerden er criminele activiteiten mee uit en staken het voertuig daarna in brand. En dan waren er de kleintjes, de Antillianen van 11 tot 14 jaar die zich ophielden rond de Rilland Bathstraat. Ook deze ’Rilland Bath–mini’s’ hielden zich bezig met crimineel gedrag zoals geweld en beroving.
De groepen houden er een geheel eigen (seksuele) moraal op na die volgens Martijn voorkomt uit een soort aangeleerde slachtofferrol en het gewetenloos afdwingen van respect. Je bent een minderheid en je voorouders waren slaaf. „De meesten lijden aan slachtofferfobie die hun wangedrag veroorzaakt, maar nooit kan rechtvaardigen. Maar wat je ook ziet is dat ze zich richten op de eigen groep. Steeds minder blanken worden slachtoffer van hun geweld".
Wat hem ook zorgen baart is het drugsgebruik. „Jongeren vanaf 11 jaar staan ’s ochtends vroeg al te blowen voordat ze naar school gaan, als ze daar al heengaan. En als ze wat ouder zijn, stappen ze over op cocaïne". Volgens hem is dit gedrag ook te wijten aan de ouders. Kinderen zien hun vader of moeder thuis ook blowen en denken dat het gewoon is.
Rotterdam en ook Charlois doen er van alles aan om het tij te keren. Zo zijn er met succes gezinscoaches aangesteld die Antilliaanse gezinnen begeleiden. Ze zorgen er voor dat moeders hun kinderen bijvoorbeeld te eten geven en dat er regelmaat komt. In Antilliaanse gezinnen ontbreekt vaak een vader. Moeder heeft soms kinderen van verschillende mannen, de vaders bekommeren zich er niet om. Verder is er TIP, een systeem waarin alle Antillianen tussen de 0 en 23 jaar staan geregistreerd. Bovendien worden spijbelaars op de voet gevolgd door leerplichtambtenaren.
„Het is inderdaad nogal intensief waarmee we bezig zijn. Maar het is nodig en we zien vooruitgang. Je ziet een sociale onderklasse ontstaan in Nederland. En dat is niet alleen, zoals vaak wordt gezegd, de schuld van het kabinetsbeleid of de overheid. Mensen zijn vaak zelf de oorzaak van hun bestaan. We moeten daarom thuis beginnen, investeren in de moeders en de oma’s en het patroon doorbreken dat zoons het gedrag van hun vader gaan kopiëren".